31 293 Primair Onderwijs

Nr. 246 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2015

In het Algemeen Overleg op 22 januari 2015 is de doorstroming vanuit de kleutergroepen naar groep drie aan de orde gekomen.1 De heer Van Meenen vroeg mij, naar aanleiding van indrukken die hij heeft opgedaan in het onderwijsveld, of de Inspectie van het Onderwijs verantwoording vraagt van scholen wanneer zij herfstleerlingen, geboren tussen oktober en december, niet versneld naar groep drie laten gaan.2 In antwoord op deze vraag kan ik u het volgende mededelen.

Scholen maken voor de overgang naar groep drie voor iedere leerling een beredeneerde keuze op basis van diens ontwikkeling. De inspectie heeft geen richtlijnen voor wanneer leerlingen naar groep drie moeten. De inspectie vraagt dan ook geen verantwoording aan een school wanneer zij leerlingen die in de periode oktober tot en met december zijn geboren, niet versneld naar groep drie laat gaan.

Wel kijkt de inspectie wanneer zij een school bezoekt, met het oog op een goede doorstroming vanuit de kleutergroepen, naar de leeftijdsopbouw in groep drie. Het ijkpunt voor de telling is nog altijd 1 oktober. Mocht er een opvallend aantal leerlingen van zeven jaar of ouder in groep drie zitten, dan zal de inspectie aan de school vragen hoe zij dit kan onderbouwen.3 De school kan vervolgens haar beleid toelichten dat ten grondslag ligt aan de gemaakte keuzes. Alleen als er door de school onvoldoende onderbouwing wordt gegeven maakt de inspectie een opmerking over de doorstroming in haar onderzoeksrapport. De school wordt er dan op geattendeerd dat de doorstroming gedurende de schoolperiode ongunstig afwijkt van het landelijk gemiddelde. De inspectie oordeelt niet over deze constatering maar ziet het als een aandachtspunt voor de school.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. In juli van dit jaar zal het kabinet in de reactie op het interdepartementaal beleidsonderzoek naar effectieve leerroutes dieper ingaan op de feitelijke gang van zaken en de motieven en achtergronden bij zittenblijven, waaronder het extra kleuteren in het basisonderwijs.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Conceptverslag Vmbo-mbo en overgangen in het onderwijs.

X Noot
2

Onder «versneld» wordt hier verstaan: binnen twee schooljaren.

X Noot
3

De inspectie hanteert een landelijk gemiddelde van twaalf procent dat zeven jaar of ouder is.

Naar boven