31 293 Primair Onderwijs

Nr. 217 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2014

De Tweede Kamer heeft de regering bij motie verzocht om aan het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR) advies te vragen over de juridische gang van zaken bij het benutten van een coöperatie die dient als bevoegd gezag.1

Ik stuur u hierbij het desbetreffende advies toe2. In het advies trekken de hoogleraren van het NCOR drie conclusies:

  • 1. Een coöperatie is geen geschikte rechtsfiguur om te dienen als (landelijk) bevoegd gezag van scholen.

  • 2. Een besluit tot sluiting of overdracht van een school ligt in de eerste plaats bij het bevoegd gezag. Het is aan het schoolbestuur om een (gegrond en onderbouwd) initiatief vanuit de schoolgemeenschap tot opting out een kans te geven.

  • 3. Het wettelijke experimenteerartikel (art 176K WPO) biedt onvoldoende grondslag om de Kleine Scholen Coöperatie (KSC) bij wijze van experiment verruimde bekostiging te geven. Een experiment buiten de bekostigingsregels om is dan ook niet mogelijk.

Op basis van de conclusies van de hoogleraren zie ik geen mogelijkheden om de KSC in de huidige vorm experimenteerruimte te bieden. Ik heb de initiatiefnemers van de KSC uitgenodigd om in gesprek te gaan met de hoogleraren over de onderzoeksresultaten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 378.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven