31 293 Primair Onderwijs

Nr. 158 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2013

In reactie op mijn brief van 7 januari 2013 (Kamerstukken II 2012–2013, 31 293, nr. 154) heeft u mij gevraagd u te informeren over de reden(en) van de gewijzigde planning van de inwerkingtreding van bovengenoemd wetsvoorstel. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

De hoofdreden voor het uitstel van de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel met een jaar naar 1 januari 2015 is dat inwerkingtreding per 1 januari 2014 niet meer haalbaar is. De voorbereiding van dit wetsvoorstel, en met name de onderhandeling over het bedrag dat van het Gemeentefonds moet worden overgeheveld naar de lumpsumbekostiging van scholen, heeft vertraging opgelopen door de kabinetswissel. Vasthouden aan inwerkingtreding per 1 januari 2014 is daardoor niet meer opportuun. Voor het realiseren van de beoogde wijziging in de verantwoordelijkheidsverdeling zijn namelijk twee zaken nodig. In de eerste plaats de onderhavige wetswijziging en daarnaast een aanpassing van de lagere regelgeving (programma’s van eisen materiële instandhouding). Het over te hevelen bedrag zal worden opgenomen in deze programma’s van eisen. De programma’s van eisen moeten op grond van artikel 113 van de Wet op het primair onderwijs vóór 1 oktober voorafgaand aan het jaar van inwerkingtreding worden vastgesteld. Hiermee resteert er onvoldoende tijd voor een afgewogen parlementaire behandeling van het wetsvoorstel.

Daarnaast wordt er zowel door scholen als door gemeenten aangedrongen op voldoende voorbereidingstijd voor de inwerkingtreding van deze beoogde nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling.

Gezien de vertraging die het wetstraject heeft opgelopen, en het belang dat ik hecht aan voldoende tijd voor een zorgvuldige parlementaire behandeling van het wetsvoorstel en aan de wensen van het veld, heb ik u medegedeeld de beoogde datum van inwerkingtreding een jaar op te schuiven naar 1 januari 2015. Het wetsvoorstel is inmiddels voorgelegd aan de Raad van State voor advies.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven