Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2011
Hierbij zend ik u het Toezichtkader PO/VO1, vastgesteld door de Inspecteur-generaal van het Onderwijs en door mij goedgekeurd. Het betreft een herziening van het geïntegreerd
toezichtkader voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs van 2009.
Het belangrijkste aspect dat in deze herziene versie een plek heeft gekregen, is de gewijzigde aanpak van zeer zwakke scholen.
In de beschrijving van de werkwijze is het meer preventieve toezicht opgenomen: als de inspectie constateert dat de leerresultaten
van een school of afdeling één jaar onder de norm liggen, zal zij het betreffende bestuur hiervan op de hoogte stellen. Daarmee
beoogt zij het bestuur te stimuleren zelf tijdig preventieve maatregelen te nemen ter verbetering van de kwaliteit.
Wanneer de leerresultaten voor het tweede achtereenvolgende jaar onder de ondergrens liggen, geeft de inspectie als tweede
stap een waarschuwing af aan het bestuur. Het bestuur ontvangt een brief van de inspectie waarin wordt aangedrongen op het
opstellen en uitvoeren van een verbeterplan; de school dreigt immers zwak of zeer zwak te worden. In deze brief wordt ook
gewezen op de mogelijke gevolgen van de kwaliteitsrisico’s die het bestuur loopt in geval de school zeer zwak wordt, waaronder
het intrekken van (een deel van) de bekostiging of het opheffen van de school.
Daarnaast is het waarderingskader (indicatoren en beoordeling) op een klein onderdeel aangepast; de indicatoren voor de naleving
van wet- en regelgeving zijn in het waarderingskader po specifieker omschreven. Voorts is er voor po een aanvullende beslisregel
toegevoegd voor het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) bij de afsluiting van een traject van intensief toezicht
op een eerder als «zeer zwak» beoordeelde school: deze komt pas weer voor een basisarrangement in aanmerking als de opbrengsten,
het onderwijsproces èn de kwaliteitszorg (de indicatoren 9.2, 9.3 en 9.5) op orde zijn.
Het toezichtkader zal vanaf 1 augustus 2011 van kracht zijn.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart