31 291
Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 februari 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Een geldige geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Binnenschepenwet, geldt als een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 28 van de Binnenvaartwet.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Een geldige verklaring als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Binnenschepenwet, geldt als een verklaring als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

C

Na artikel 24 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24a

In artikel 17, eerste lid, onder f, van de Binnenschepenwet wordt «Reglement Rijnpatenten 1998» telkens vervangen door: Reglement patenten voor de scheepvaart op de Rijn.

D

In hoofdstuk 3 wordt vóór artikel 27 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a

In artikel 5, tweede lid, van de Binnenvaartwet wordt de zinsnede «bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

E

In artikel 29 komt de zinsnede «, 25, eerste lid,» te vervallen.

F

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30

In artikel 17, derde en vijfde lid, van de Binnenvaartwet wordt «binnenschip» vervangen door: schip.

TOELICHTING

Algemeen

Met de onderhavige nota van wijziging worden merendeels technische omissies weggenomen of redactionele verbeteringen aangebracht in het wetsvoorstel Invoeringswet Binnenvaartwet. In een enkel geval, te weten onderdeel C van de nota, wordt van dat wetsvoorstel gebruik gemaakt voor een spoedeisende aanpassing van een verwijzing in de Binnenschepenwet.

Onderdeelsgewijs

Onderdelen A en B

In de artikelen 7 en 8 van het wetsvoorstel ontbraken nog overgangsbepalingen voor de verklaringen, bedoeld in respectievelijk artikel 21, eerste lid, en artikel 22, eerste lid, van de Binnenschepenwet.

Onderdeel C

Ofschoon het wetsvoorstel Invoeringswet Binnenvaartwet onder meer met ingang van 30 december 2008 de intrekking van de Binnenschepenwet beoogt, voorziet het onderhavige onderdeel nog in een wijziging van die wet. Deze wijziging vloeit voort uit de verplichting tot implementatie, met ingang van 1 april 2008, van de resolutie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 31 mei 2007 (protocol 2007-1-10), houdende samenvoeging van het Reglement Rijnpatenten 1998 en het Reglement radarpatenten tot het Reglement patenten voor de scheepvaart op de Rijn. In verband daarmee wordt de verwijzing naar het Reglement Rijnpatenten 1998, in artikel 17, eerste lid, onder f, van de Binnenschepenwet aangepast. Het is de bedoeling dit artikel zo spoedig mogelijk na plaatsing in het Staatsblad van de Invoeringswet Binnenvaartwet in werking te laten treden.

Onderdeel D

In artikel 5, tweede lid, van de Binnenvaartwet ontbreekt een grondslag om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen met betrekking tot de vaststelling van toelatingsdocumenten, zoals de Rijnvaartverklaring, het bewijs van toelating of een geëigend document van een bevoegde buitenlandse autoriteit. De onderhavige wijziging voorziet daarin, omdat anders ook eenvoudige zaken zoals de procedurele voorschriften voor een dergelijke vaststelling bij algemene maatregel van bestuur zouden moeten worden geregeld.

Onderdeel E

De in artikel 29 voorgestelde wijziging van «schepen» in «binnenschepen», in artikel 25, eerste lid, van de Binnenvaartwet, wordt weer ongedaan gemaakt, omdat dit artikel bij nader inzien eveneens op zeeschepen van toepassing kan zijn.

Onderdeel F

De in artikel 30 voorgestelde wijziging van «schip» in «binnenschip», in de artikelen 18, onderdeel b, 21, eerste lid en 25, vierde lid, van de Binnenvaartwet, wordt ongedaan gemaakt, omdat deze artikelen bij nader inzien eveneens op zeeschepen van toepassing zijn. Daarentegen wordt in artikel 17, derde en vijfde lid, van de Binnenvaartwet, waar abusievelijk «binnenschip» staat, dat woord vervangen door «schip». Daardoor is artikel 17 zowel op zeeschepen als binnenschepen van de toepassing.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven