Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31290-XV nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31290-XV nr. 3 |
Vastgesteld 12 december 2007
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Hoe verklaart de regering dat er nagenoeg geen prestatiebonussen hoefden te worden uitbetaald voor SVWW-projecten? Zijn er minder projecten uitgevoerd dan verwacht? In hoeverre waren de projecten minder succesvol dan verwacht?
Het aantal toegekende en gestarte SVWW-projecten voldeed aan de verwachtingen.
Voor het verkrijgen van een bonusuitkering moest onder andere meer dan 25% van het in de goedgekeurde subsidie-aanvraag opgenomen aantal deelnemers duurzaam geplaatst worden.
De belangrijkste reden voor het relatief lage aantal bonusuitkeringen is dat de projectuitvoerders niet voldeden aan het afgesproken aantal duurzaam te plaatsen deelnemers. Dit werd enerzijds veroorzaakt door een lagere instroom in projecten dan gepland en anderzijds door de teruglopende plaatsingsperspectieven in 2004 en 2005. Als gevolg hiervan ontvingen slechts 11 van de 87 gestarte SVWW-projecten een bonusuitkering.
In hoeverre betreft de begrotingspost «re-integratie Wajong» een open einde regeling? Hoeveel speelruimte heeft UWV om meer middelen in te zetten voor re-integratie van Wajong-gerechtigden dan daarvoor oorspronkelijk in de begroting was gereserveerd?
Er zijn in de wet geen plafonds vastgelegd voor de re-integratiebudgetten. Wel is in het jaarplan UWV voor 2007 een budget van € 136 mln afgesproken voor de inkoop van re-integratietrajecten voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Een deel hiervan wordt begrotingstechnisch toegerekend aan de Wajong.
UWV kan binnen het gegeven totale budget variëren tussen de doelgroepen WAO, WIA en Wajong. Hetzelfde geldt in principe voor de overige instrumenten (bijvoorbeeld werknemersvoorzieningen) voor de doelgroep arbeidsgehandicapten.
Alleen de subsidieregeling scholing voor jongeren met beperking (scholingsinstituten) en de Verburggelden die specifiek voor de Wajong zijn bestemd hebben een subsidieplafond.
Hoe verklaart de regering dat in de laatste maanden van 2007 nog eens € 60,0 mln terugontvangsten W-deel worden verwacht over het jaar 2006? In hoeverre hangt dit naar het oordeel van de regering samen met conjunctuur, met onwil van gemeenten om extra re-integratie-activeiten te financieren voor moeilijk bemiddelbare groepen en in hoeverre met andere redenen? Wat zijn die andere redenen?
Mede door invoering van Single Information Single Audit (SISA, Kamerstukken II 2004/05, 29 800 B, nr. 16) is de voorlopige vaststelling van de uitgaven van de gemeenten in 2006 versneld. Dit zorgt ervoor dat al in 2007 de voorlopige ontvangsten over 2006 binnenkomen, terwijl dit zonder SISA niet eerder dan in 2008 zou zijn gebeurd. De definitieve vaststelling van 2006 vindt begin 2008 plaats.
In 2007 zijn derhalve zowel terugontvangsten over 2005 als 2006 binnengekomen (het bedrag van € 42 mln onder punt 1 in de toelichting bij de ontvangsten heeft betrekking op de vaststelling van 2005).
Uit een Divosa-onderzoek uit 2006 is gebleken dat de belangrijkste oorzaken voor onderbesteding bij het W-deel (in 2005) waren dat de behoefte aan re-integratie leidend was (en niet de hoogte van het budget), de gesubsidieerde arbeid sneller is afgebouwd dan voorzien en er minder aan re-integratiebureau’s werd betaald dan voorzien omdat prestaties tegenvielen.
Welke doorwerking naar latere jaren verwacht de regering van de hogere terugontvangsten W-deel over 2006?
Een raming van de terugontvangsten is op dit moment met veel onzekerheid omgeven. Enerzijds omdat in het Coalitieakkoord een forse korting is ingeboekt op het W-deel. Anderzijds omdat de gemeenten hebben aangegeven dat de uitgaven voor het W-deel zullen toenemen omdat thans de moeilijkere groepen moeten worden gere-integreerd en bovendien de gemeenten met het kabinet de ambitie hebben afgesproken om het WWB-volume extra te laten dalen met 30 000.
In het voorjaar 2008 is een eerste beeld beschikbaar van de terugontvangsten over 2007.
Wat is de reden voor de verhoogde instroom in de Wajong, zoals die blijkt uit de Oktobernota van het UWV?
UWV heeft op basis van eigen dossieronderzoek van afgelopen jaar, de volgende oorzaken voor de stijgende instroom gevonden: een toenemende doorstroom vanuit de bijstand en een toenemende instroom vanuit het speciaal onderwijs en praktijkonderwijs.
Voor de totale instroom geldt dat er binnen de diverse diagnoses een toename is geconstateerd van jongeren met gedrags- en psychische problematiek.
Waarom wordt er € 3,0 mln geschoven tussen de uitvoeringskosten Wajong en de uitvoeringskosten re-integratie Wajong?
Op basis van informatie van UWV is de toerekening van de uitvoeringskosten aan de Wajong en de re-integratie Wajong aangepast. Dit heeft geleid tot een schuif van € 3,0 mln tussen Wajong en re-integratie Wajong.
Kan de regering precies aangeven waar zij de aanvullende terugontvangsten van op respectievelijk WIW (€ 13,7 mln), en het W-deel (€ 42 mln + €60 mln) voor heeft aangewend/gaat aanwenden?
De aanvullende terugontvangsten zijn te beschouwen als meevallers op de begroting. Ze zijn volgens de begrotingsregels ingezet als compensatie van tegenvallers bij andere regelingen, zoals de AKW.
Waarom wordt het bedrag van € 19 mln extra anticumulatiebaten WSW niet toegevoegd aan het WSW-budget om daarmee de wachtlijstproblematiek te verkleinen?
Tegenover deze extra anticumulatiebaten staan extra uitgaven bij de Wajong en de WAO in dezelfde omvang, zodat per saldo sprake is van een neutrale mutatie.
In hoeverre verwacht de regering een doorwerking naar latere jaren van de stijging van de anticumulatiebaten WSW, gezien het feit dat de doorstroom van de betrokkenen naar posities op de reguliere arbeidsmarkt (los van de sociale werkvoorziening) nog steeds laag genoemd moet worden?
Rond de zomer van 2008 komt uitvoeringsinformatie over de anticumulatiebaten 2007 beschikbaar. Daarna zal de hoogte van de anticumulatiebaten opnieuw geraamd worden. Op dat moment wordt duidelijk of de stijging van de anticumulatiebaten van 2007 doorwerkt naar latere jaren.
In de vraagstelling wordt een relatie gelegd tussen stijging van de anticumulatiebaten en de doorstroming van Wsw’ers naar de reguliere arbeidsmarkt. Uitstroom uit de Wsw heeft mogelijk gevolgen voor de anticumulatiebaten. Tegenover de uitstroom staat ook een instroom van nieuwe Wsw’ers. Ook zij kunnen een uitkering hebben die onder de anticumulatiebaten vallen, zijnde een AO-uitkering. Het is op voorhand niet aan te geven welk effect in- en uitstroom op de anticumulatiebaten hebben.
Hoe verklaart de regering dat het aantal personen dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming (pensioenverevening bij scheiding) fors hoger is dan ten tijde van de indiening van het amendement werd verondersteld?
De oorzaak van de overschrijding ligt in het inkomensbegrip dat in de regeling gebruikt wordt om te toetsen of iemand in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. Als toetsingsinkomen wordt, zoals in de uitvoering gebruikelijk, het verzamelinkomen uit de aangifte inkomstenbelasting gehanteerd. In de raming van de budgettaire effecten bij de voorbereiding van de regeling is echter gebruik gemaakt van analyses op basis van statistische gegevens over het bruto belastbaar inkomen.
Het verzamelinkomen is meestal lager dan het bruto belastbaar inkomen als gevolg van aftrekposten. In dit geval leidt dat ertoe dat het aantal personen dat voldoet aan de inkomensvoorwaarde voor de tegemoetkoming pensioenverevening hoger is dan geraamd.
Welke inschattingsfouten zijn er indertijd gemaakt bij het ramen van de financiële consequenties van overgangsregeling Wet verevening pensioenrechten, die nu leiden tot extra uitgaven van € 57 mln in 2007?
Zie antwoord op vraag 9.
Waarop heeft «Bijstand buitenland» betrekking? Wie komen hiervoor in aanmerking en onder welke omstandigheden komt geld van de begrotingspost tot uitbetaling?
Dit betreft een aflopende regeling die via diplomatieke vertegenwoordigingen voorziet in bijstandsverlening aan Nederlandse onderdanen die in financiële moeilijkheden verkeren en geen aanspraak kunnen maken op voorzieningen van het land van vestiging. Sinds 1996 worden er geen nieuwe gevallen meer toegelaten.
Welke wijzigingen in de uitvoering van de WWB worden bedoeld, die verantwoordelijk zijn voor de bijstelling van het budget voor de WWB met € 10,5 miljoen? Voor welk deel van de opwaartse bijstelling zijn deze wijzigingen in de uitvoering verantwoordelijk?
De € 10,5 mln betreft het saldo van de wijziging in de raming van de conjunctuureffecten en de hogere realisatie in 2007 van gemeentelijke bijstandsuitgaven als gevolg van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet.
Wat is de achtergrond van het overboeken van € 31,450 mln naar het Gemeentefonds voor Schuldhulpverlening en Armoedebestrijding? Waarom gebeurt dat nu via de Najaarsnota? Was deze overboeking reeds voorzien, en zo ja wanneer? Is hier sprake van een beleidswijziging? Zullen deze financiële middelen nog dit jaar tot bestedingen moeten leiden door de gemeenten?
De overboeking van € 31,450 betreft middelen voor schuldhulpverlening. Het gaat om middelen die voortvloeien uit de aangenomen amendementen Noorman-den Uyl (ingediend voor begroting 2006) en het amendement Verburg (ingediend voor begroting 2007). Het amendement Noorman-den Uyl is meerjarig, het amendement Verburg betreft 10 miljoen extra voor 2007.
In het kader van het Bestuursakkoord rijk en gemeenten hebben VNG en SZW in het deelakkoord participatie (juni 2007) afspraken gemaakt om armoede te bestrijden en schulden tegen te gaan. Bovengenoemde overboeking maakt onderdeel uit van deze afspraken.
De Najaarsnota was de eerste gelegenheid om de overboeking te realiseren.
De systematiek van het Gemeentefonds dwingt er niet toe dat de thans toegekende middelen nog dit jaar moeten zijn besteed.
Wat is de achtergrond van het overboeken van € 10,540 mln naar het Gemeentefonds voor de uitvoering van het Handhavingsprogramma? Waarom gebeurt dat nu via de Najaarsnota? Was deze overboeking reeds voorzien, en zo ja wanneer? Is hier sprake van een beleidswijziging? Zullen deze financiële middelen nog dit jaar tot bestedingen moeten leiden door de gemeenten?
In het Bestuurlijk Akkoord en in het bijzonder het Deelakkoord Participatie van 31 mei 2007 zijn tussen SZW en VNG afspraken gemaakt om meer mensen aan het werk te krijgen en of te laten participeren. Daarbij zijn initiatieven op verschillende beleidsonderwerpen aangekondigd om de gezamenlijke doelen te kunnen bereiken. Een van de genoemde beleidsonderwerpen is handhaving, waarbij voor dit onderdeel ingezet is op het verankeren en borgen van handhaving in de gemeentelijke beleids- en uitvoeringspraktijk.
Deze inzet sluit naadloos aan op een van de maatregelen als opgenomen in het Handhavingsprogramma 2007–2010. Dit programma voorziet in het borgen van de implementatie van het concept hoogwaardig handhaven, waarvoor circa € 36 mln voor de jaren 2007–2010 gereserveerd is. Derhalve is hier sprake van het beleggen van eerder vastgesteld handhavingsbeleid.
De Najaarsnota was de eerste gelegenheid om de gereserveerde middelen voor 2007 aan het Gemeentefonds toe te voegen, en om gemeenten nog met de septembercirculaire Gemeentefonds inzicht te kunnen bieden over hun aandeel in de uitkering.
De systematiek van het Gemeentefonds dwingt er niet toe dat de thans toegekende middelen nog dit jaar moeten zijn besteed.
Wat is de achtergrond van de overboeking van € 5 mln van TRI uitkeringen naar TRI uitvoeringskosten? Hoe verhoudt zich deze overboeking ten opzichte van de gelijktijdige verhoging van de TRI uitkeringslasten met € 3,021 mln?
De overboeking van € 5 mln is een herverdeling over uitkeringslasten en uitvoeringskosten van het bedrag van € 35 mln dat in het Coalitieakkoord is gereserveerd voor verlenging van de TRI. In de 1e suppletore begroting is dit bedrag volledig toegevoegd aan de TRI uitkeringslasten.
De verhoging van de TRI uitkeringslasten met € 3,021 mln staat hier los van. Deze verhoging is gebaseerd op informatie uit de Oktobernota van het UWV, waaruit blijkt dat de kosten van de verlenging van de TRI voor een groter deel in 2007 vallen en voor een kleiner deel in latere jaren.
Kan de regering precies aangeven waar zij de restituties bij de ontvangsten (€ 73,1 mln) voor heeft aangewend/gaat aanwenden?
Zie het antwoord op vraag 6.
Is er een analyse gemaakt van de sterke stijging van het volume bij de Algemene Kinderbijslagwet die leidt tot een opwaartse bijstelling van € 15,1 mln en € 31,07 mln?
De opwaartse bijstelling van € 15,1 mln is hoofdzakelijk het gevolg van uitvoeringsinformatie van de SVB waarbij de volumeramingen aangepast zijn. De meerjarenramingen van de uitkeringslasten van AKW zijn op grond van deze informatie ook meerjarig aangepast.
De opwaartse bijstelling van € 31,07 mln is een correctie van een te lage inschatting door de SVB in het eerste kwartaal van dit jaar van het aantal kinderen dat recht heeft op AKW. Deze correctie is louter van statistische aard. Het aantal telkinderen kent een relatief stabiel patroon van circa 3,5 mln per kwartaal. Abusievelijk is in de SVB-ramingen uitgegaan van slechts 3,4 mln telkinderen. Deze bijstelling heeft geen gevolgen voor de meerjarenramingen.
Welke projecten onder de noemer «handhaving» zijn niet afgerond? Op welke sectoren en activiteiten hebben deze projecten betrekking? Wat betekent dit voor de handhavingsactiviteiten in 2008 en latere jaren?
Hoeveel inspecteurs zouden normaal gesproken gemoeid zijn met de projecten die nu niet zijn afgerond? En hoe gaat de regering proberen te voorkomen dat in komende jaren opnieuw onderuitputting ontstaat?
Met het Handhavingsprogramma 2007–2010 wordt ingezet op aandacht voor nalevingsniveaus en voor de preventieve kant naast toezicht en controle. Het hele cluster van activiteiten dat uit het programma voortvloeit, is in de loop van 2007 op gang gekomen. Daarbij hebben zich aanloopproblemen voorgedaan.
De noodzakelijke samenwerkingsverbanden zijn nu tot stand gebracht en de planning is opnieuw doorgenomen. Op grond daarvan verwacht de regering dat de besteding van de gereserveerde middelen voor 2008 zijn beslag zal krijgen.
De projecten waarvan vertraging gemeld wordt, hebben geen inspectiekarakter: het gaat niet om trajecten waar inspecteurs ingezet zouden worden. Het betreft beleidsmatige activiteiten, die ontwikkeld worden ter uitvoering van het Handhavingsprogramma 2007–2010.
Hoe verklaart de regering dat bijna de helft van de begrote middelen voor handhaving in 2007 niet zijn benut?
Zie het antwoord op vraag 18.
Wat is de reden voor de vertraging van de handhavingsprojecten, die leiden tot de lagere uitgaven voor handhaving (– € 4,450 mln)?
Zie het antwoord op vraag 18.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GL), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Timmer (PvdA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GL), Heerts (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (CU), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31290-XV-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.