Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31289 nr. 70 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 31289 nr. 70 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2009
Met de brief van 23 april 2009, kenmerk 2009Z05600/2009D20206 heeft de Vaste Commissie voor OCW mij gevraagd een oplossing te vinden voor de examenkwestie op het Vespucci College te Curaçao. Met mijn brief van 19 juni 2009, kenmerk 2009Z11887/2009D31151, heb ik gemeld dat een feitelijke beantwoording niet eerder kan plaatsvinden dan nadat de bodemprocedure is afgerond. Dat is thans het geval.
Met deze brief informeer ik u mede namens de staatsecretaris van Defensie en de staatssecretaris van BZK over de uitkomsten van de bodemprocedure. Hiermee beantwoord ik tevens de brieven van de Vaste Commissie van 23 april en 14 september 2009.
Uitkomsten van de bodemprocedure
Op 5 augustus heeft de Rechtbank te ’s-Gravenhage vonnis gewezen in de bodemprocedure die door het Vespucci College was aangespannen tegen mijn besluit om een eind te maken aan de uitvoering van een examenovereenkomst tussen het Vespucci College op Curaçao en een school in Nederland. De rechter heeft de Staat op alle onderdelen van dit besluit in het gelijk gesteld. Het vonnis is als bijlage toegevoegd.
De kern van het vonnis kan als volgt worden samengevat:
1. De door het Vespucci College gesloten examenovereenkomst is strijdig met de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en het daarop gebaseerde eindexamenbesluit;
2. de WVO heeft slechts betrekking op de regeling van het voortgezet onderwijs aan scholen in Nederland, waarbij ook de eindexamens geacht worden in Nederland te moeten worden afgenomen;
3. de WVO en de Wet op het onderwijstoezicht zijn geen rijkswetten zodat de onderwijsinspectie haar bij de eindexamens vereiste taak niet kan vervullen;
4. de Staat heeft niet onrechtmatig gehandeld door een einde te maken aan de uitvoering van de examenovereenkomst;
5. de Staat heeft een einde gemaakt aan een situatie die in strijd was met formele wetgeving.
Voorts heeft de Rechtbank aangegeven dat de door mij getroffen tijdelijke overgangsregeling voor de beëindiging van de oude situatie en het voorzien in nieuwe examenregelingen qua vorm en tijd (met het vooruitzicht op de mogelijkheid om na de staatkundige transitie staatsexamens af te leggen op Bonaire) passend is. Dezerzijds is de bereidheid uitgesproken, mocht de statuswijziging van de drie BES-eilanden tot openbaar lichaam van Nederland vertraging ondervinden, de overgangsregeling in 2011 voort te zetten.
In de brief van 23 april wordt gevraagd hoe in deze kwestie kan worden gekomen tot een oplossing die vergelijkbaar is met de situatie met andere landen waar Nederlandse examens op een ambassade kunnen worden afgenomen.
Allereerst zij opgemerkt dat de vergelijking met Nederlandse grondgebied en Nederlandse ambassades in deze kwestie niet bruikbaar is, omdat deze ambassades geen Nederlands grondgebied vormen. Ambassades behoren tot het grondgebied van het betreffende gastland, maar beschikken op grond van het internationale recht over immuniteit. De territoriale reikwijdte van de onderwijswetgeving is beperkt tot het Nederlandse grondgebied.
Bovendien is de bedoelde situatie niet vergelijkbaar met die van het Vespucci College. De onderwijswetgeving staat toe dat in individuele gevallen een uitzondering kan worden gemaakt voor het afleggen van een examen in het buitenland op een ambassade. In die gevallen maakt de staatsexamencommissie Voortgezet Onderwijs (VO) gebruik van de hardheidsclausule opgenomen in het Besluit staatsexamens VWO-HAVO-MAVO- om kandidaten die in Nederland onderwijs volgen maar juist op het moment van (een deel van) de VO-examens noodgedwongen in het buitenland verblijven – hierbij valt te denken aan uitgezonden militairen, topsporters bij Europese of wereldkampioenschappen – toch in de gelegenheid te stellen het examen af te leggen.
Er kan alleen gebruik worden gemaakt van ambassades met medewerking van het ministerie van Buitenlandse zaken en de ambassadeur in het betrokken land. Hierbij spelen zaken mee als geheimhouding van examens, tijdsverschil met Nederland, maar ook de vraag of de vestiging van de ambassade daarvoor is toegerust, qua ruimte maar ook personeel, qua openingstijden en daarmee de bereidheid daartoe. Het is dus geen recht, maar in enkele individuele bijzondere situaties een eventuele mogelijkheid voor kandidaten die in Nederland onderwijs volgen. De ambassade is dan een veilige en passende examenlocatie. Bij hoge uitzondering kan in een enkel geval ook een examen worden afgenomen op een marineschip resp. legerbasis in het buitenland voor iemand die in Nederland onderwijs volgt.
Deze individuele uitzonderingen voor kandidaten voor het afleggen van examens die in Nederland onderwijs volgen zien dus op een andere situatie dan klassen met leerlingen op een school buiten Nederland die een Nederlands (staats)examen willen afleggen. Daarom is geen sprake van een vergelijkbare situatie zoals door u is voorgesteld.
Ik heb daarom gezocht naar andere mogelijkheden om leerlingen van het Vespucci College op Curaçao ook na de staatkundige transitie de mogelijkheid te bieden een Nederlands diploma te behalen. In de nieuwe situatie valt het onderwijs op Bonaire onder de Nederlandse onderwijswetgeving. Leerlingen van het Vespucci College kunnen dan als extraneï worden ingeschreven bij een dan bestaande bekostigde Nederlandse school en daar hun schoolexamens en het centraal eindexamen afleggen.
Daarnaast zal de mogelijkheid worden geboden om een staatsexamen af te leggen via de staatsexamencommissie die alsdan ook op Bonaire zitting zal hebben. Daarmee wordt naar mijn oordeel een passende oplossing geboden voor de leerlingen van het Vespucci college.
Verder heeft het Vespucci College nog de mogelijkheid om een licentie Internationaal Baccalaureaat aan te vragen in Genève zoals ook een andere particuliere opleiding op Curaçao waar veel Nederlandse leerlingen onderwijs volgen heeft gedaan. Het behaalde diploma geeft voldoende doorstroom mogelijkheden in Nederland en veel andere landen.
Nederlands-Antilliaans diploma
Ook kan het Vespucci College aan het dan verantwoordelijke bestuur op Curaçao verzoeken of zij hun opleiding – geschoeid op het Nederlandse model – mogen afsluiten met een Nederlands-Antilliaans examen dan wel staatsexamen waardoor een Nederlands-Antilliaans diploma wordt verkregen.
Deze diploma’s geven – voor zover niet te veel wordt afgeweken van de profielstructuur bij de Nederlandse havo- en vwo-scholen – dezelfde doorstroom mogelijkheden als de Nederlandse diploma’s. Deze diploma’s worden volledig erkend.
Wel stellen vervolgopleidingen in Nederland de voorwaarde dat de Nederlandse taal voldoende wordt beheerst zeker wanneer de opleiding op één van de eilanden in het Papiaments of het Engels is gevolgd. Gezien het feit dat de instructietaal op het Vespucci College Nederlands is, zou dit in de praktijk niet tot belemmeringen moeten leiden.
Het Vespucci College zal voor beide opties zelf de stappen moeten zetten.
Indien een technische briefing nog noodzakelijk of wenselijk is dan verneem ik dat gaarne.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31289-70.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.