31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2023

De Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een burgerbrief ontvangen van een docente Frans over het centraal examen Frans vwo. In de procedurevergadering van 15 juni 2023 heeft de commissie besloten graag een reactie op deze brief te ontvangen. De brief heeft betrekking op het centraal examen Frans vwo tijdvak 1 in 2023. De docente Frans is kritisch op het examen en met name over het correctievoorschrift van één specifieke vraag. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de centrale examens in het voortgezet onderwijs en daarom is voor de beantwoording inbreng opgehaald bij het CvTE.

De docente Frans is het er niet mee eens dat er geen aanvulling op het correctievoorschrift is gedaan bij vraag 40, horende bij tekst 11 uit het betreffende centraal examen Frans. Het klopt dat het CvTE via de Examenlijn meerdere meldingen van gelijke strekking over deze vraag heeft ontvangen. De vakinhoudelijke deskundigen van het CvTE en Cito hebben het reguliere proces gevolgd dat hoort bij vragen die binnenkomen over de kwaliteit van het examen. Het CvTE en Cito hebben zorgvuldig naar deze vraag gekeken en afgewogen of het alternatieve antwoord van de melders inderdaad correct was. In dat geval had het CvTE een aanvulling doen uitgaan. Dit is niet gebeurd, omdat er geen reden tot een aanvulling was.

Omdat over vraag 40 de meeste meldingen waren geweest, heeft het CvTE voorafgaand aan de normering aan de vaststellingscommissie gevraagd nogmaals te kijken naar vraag 40 en eventueel advies te geven voor compensatie als mocht blijken dat de melders toch gelijk hadden. Bij vraag 40 werd gevraagd de eerste twee Franse woorden te citeren van de zin die licht spottend van toon is. Samen met Cito heeft de vaststellingscommissie de tekst nogmaals geanalyseerd op spot en zij kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat er geen problemen waren met de vraag of met het antwoord in het correctievoorschrift.

Met de toets- en itemanalyse voor de normering wordt vastgesteld wat de betrouwbaarheid is van het examen in z’n geheel, de gemiddelde score van de kandidatenpopulatie per vraag en wat de correlatie is tussen de goed scorende kandidaten per vraag en de score van de best scorende kandidaten op het hele examen. Uit de toets- en itemanalyse blijkt dat er een hoge positieve correlatie bestaat tussen een goede prestatie op het hele examen en het correct beantwoorden van vraag 40. De docente Frans geeft aan dat het ontbreken van een aanvulling mogelijk geleid heeft tot verschillen in de beoordeling van leerlingantwoorden. Dit valt niet uit te sluiten, maar er is gezien de data geen reden om aan te nemen dat er verschillend is beoordeeld. Immers, als dit wel was gebeurd dan had het CvTE een ander resultaat verwacht bij deze vraag, namelijk een hoger percentage goede antwoorden en een minder uitgesproken correlatie tussen de scores van de beste kandidaten op deze vraag en de score op het hele examen.

Ik waardeer het zeer dat betrokken docenten hun feedback op het examen delen met het CvTE. Dit stelt het CvTE in staat om zorgvuldig te bezien of er aanpassingen nodig zijn aan het correctievoorschrift of de normering. In dit geval is dit ook gebeurd en heeft het CvTE besloten geen aanpassingen te doen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

Naar boven