31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 555 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2023

Op 6 juli jl. heeft de griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het verzoek van deze commissie overgebracht om te bezien of het vwo-eindexamen Nederlands volgend jaar eerder kan worden afgenomen en uw Kamer hierover schriftelijk te informeren. Met deze brief reageer ik op uw verzoek.

Het vaststellen van het rooster is een wettelijke taak van het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE). Ik heb daarom uw verzoek aan het College doorgeleid. Het CvTE is zelf ook door het bestuur van de Vereniging van Leraren in Levende Talen (hierna: Levende Talen) benaderd over de plaatsing van het centraal examen Nederlands vwo in het rooster van 2024.

Het vaststellen van het rooster is een uiterst zorgvuldig en complex proces, zoals mijn voorganger in zijn brief aan uw commissie op 9 maart 2023 heeft beschreven.1 Naar aanleiding van het verzoek is het CvTE met Levende Talen in gesprek gegaan over de plaatsing van het centraal examen Nederlands vwo. Daarnaast heeft het CvTE recent een onderzoek gedaan naar de correctielast van examens. Op basis van de eerste resultaten van dit onderzoek heeft het CvTE besloten om het centraal examen Nederlands vwo eerder in het rooster van het eerste tijdvak te plaatsen. Hiermee wordt ook tegemoetgekomen aan de wens van Levende Talen. Het CvTE heeft scholen reeds over deze wijziging in het rooster geïnformeerd.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Kamerstuk 31 289, nr. 533.

Naar boven