31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 524 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

Vandaag zijn de nieuwste rapporten over de SvPO-scholen in Utrecht, Amsterdam en Hoorn openbaar gemaakt. De kwaliteit van het onderwijs op deze SvPO-scholen is al langere tijd niet op orde. Vorig jaar werd SvPO Utrecht voor de tweede keer op rij zeer zwak verklaard, hetzelfde oordeel volgde voor de scholen in Hoorn en Amsterdam. Alle drie deze scholen krijgen nu opnieuw het oordeel zeer zwak. Dit is voor de leerlingen van deze scholen, voor hun ouders, voor de leraren en voor het onderwijsondersteunend personeel een ernstige zaak. Bovendien lopen er ook op financieel vlak nog verschillende herstelopdrachten, en lopen de scholen nog altijd het risico op een aanzienlijke terugvordering, vanwege het omvangrijke bedrag dat door het vorige bestuur onrechtmatig is aangewend.

Ik vind het echter van belang om te benadrukken dat de rapporten die vandaag openbaar worden gemaakt, zijn voortgekomen uit onderzoeken die hebben plaatsgevonden toen het interim-bestuur nog niet was gestart.

In de rapporten constateert de inspectie dat de eerder vastgestelde tekortkomingen onvoldoende zijn hersteld door het vorige bestuur. Ten tijde van het onderzoek werd de ontwikkeling van de leerlingen onvoldoende systematisch gevolgd. De leerlingen kregen geen passende begeleiding. De inspectie constateert verder dat er ten tijde van het onderzoek geen sprake was van een professionele en veilige leer- en verbetercultuur, en dat een deel van de leraren niet bevoegd was. Het is in het belang van de leerlingen, hun ouders en het personeel op de scholen dat de situatie snel aantoonbaar verbetert. Dit is uiteraard bij alle scholen van belang, maar met name in Utrecht, omdat die school nu driemaal op rij zeer zwak verklaard is. Voor de leerlingen daar duurt dit al veel te lang.

Uw Kamer weet dat ik er sterk aan hecht om snel en stevig in te grijpen als daar aanleiding voor is. Bij SvPO heb ik dat eerder dit jaar ook gedaan, wat heeft geresulteerd in een bestuurswissel. Toen ik u hierover informeerde, heb ik u ook gemeld dat de bevindingen van de inspectie ernstig waren, en dat de problemen daarom niet direct zouden zijn opgelost.¹

Bij SvPO hebben de nodige ontwikkelingen plaatsgevonden sinds juni. Er is veel contact geweest met het interim-bestuur, zowel vanuit mijn ministerie als vanuit de inspectie. Zelf heb ik ook uitgebreid met het interim-bestuur gesproken en dat doe ik binnenkort opnieuw. Er is nog altijd enorm veel inspanning nodig om voor verbetering te zorgen. Het interim-bestuur is hard aan het werk, en is genoodzaakt kosten te maken om de gebrekkige situatie te herstellen die men heeft aangetroffen. Waar dit tijdelijk extra middelen vraagt, zal ik er samen met het interim-bestuur maximaal zorg voor dragen dat dit volledig op de oud bestuurder wordt verhaald. Ik ondersteun het interim-bestuur waar dat kan, en ik heb hen in dat kader een bedrag van circa € 1,2 miljoen euro aan aanvullende bekostiging verstrekt. Dit geld is bestemd voor uitgaven die door het voormalige bestuur niet waren begroot, maar die het interim-bestuur wel noodzakelijk vindt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Een dergelijke investering doe je alleen wanneer er vertrouwen is in de inzet van een interim-bestuur. Ik heb u eerder gemeld hen te ondersteunen waar dat mogelijk is.

Ik zou naar aanleiding van de nieuwe rapporten sancties kunnen opleggen, maar zie daar voor nu van af. In dit specifieke geval vind ik dat namelijk niet in het belang van de leerlingen. Ik wil het interim-bestuur een reële kans geven om de noodzakelijke verbeteringen te realiseren. De leerlingen hebben op die manier ook de grootste kans om hun eindexamen te kunnen halen op de school waar ze nu naartoe gaan. Tegelijkertijd moeten de opgelegde herstelopdrachten natuurlijk wel op de kortst mogelijke termijn worden nageleefd. Als om wat voor reden dan ook blijkt dat dit niet gebeurt of niet haalbaar is, grijp ik alsnog in. Als ik nu zou ingrijpen door middel van sancties staat dat verbetering in de weg.

Ik heb het interim-bestuur daarom een brief gestuurd, waarin ik laat weten dat ik daar wel aanvullende voorwaarden aan verbind:

• Het interim-bestuur moet zo spoedig mogelijk een solide en realistische meerjarenbegroting aanleveren, en een deugdelijk scenario over de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs in de komende jaren. Uiterlijk eind 2022 toetst de inspectie of aan deze voorwaarde voldaan is;

• Uit het eerstvolgende onderzoek op bestuursniveau, dat in het voorjaar gaat aanvangen, moet blijken dat er sprake is van een afdoende stijgende lijn;

• Tevens moet in de loop van 2023 uit onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs blijken dat eenzelfde stijgende lijn is ingezet;

• Ik heb het interim-bestuur de opdracht gegeven om te zorgen voor maatschappelijke genoegdoening, door de kosten die zij hebben moeten maken terug te vorderen op de oud-bestuurder.

Deze voorwaarden stel ik omdat voor zowel de kwaliteit als de financiële situatie van de scholen een sluitend plan nodig is. De keuzes die door het interim-bestuur worden gemaakt, worden in samenhang beoordeeld. Alleen een sluitend plan op de kwaliteit en de financiën kan zorgen voor de continuïteit van deze scholen op de langere termijn. En dat is in het belang van leerlingen, hun ouders en het personeel op de scholen.

De situatie bij SvPO houdt mijn aandacht. Ik heb u eerder toegezegd dat ik u over ontwikkelingen zal informeren. Die toezegging doe ik hierbij opnieuw.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

---

1 Kamerstuk 31 289, nr. 517.