31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 509 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2022

Middels deze brief informeer ik u over de stand van zaken rond de verschillende stichtingen die opereren onder de noemer Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (hierna: SvPO). Het betreft de Isaac Beeckman Academie te Kapelle, het Tjalling Koopmans College in Hurdegaryp, de Ida Gerhardt Academie in Geldermalsen, het Tjalling Koopmans College in Utrecht, het Tjalling Koopmans College in Amsterdam, het Mezquita College in Hengelo, de Ida Gerhardt Academie in Hoorn en de Ida Gerhardt Academie in Deventer.

Op 5 juli 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de zorgelijke situatie ten aanzien van de SvPO-besturen en scholen.1 Naar aanleiding van die brief heeft een schriftelijk overleg plaatsgevonden, waarover een commissiedebat gepland staat.2

Situatie in Utrecht nog onvoldoende verbeterd

Vorig jaar bent u geïnformeerd dat een bekostigingssanctie zou worden opgelegd aan het bestuur van de SvPO-school in Utrecht, omdat die school voor de tweede keer op rij als zeer zwak was beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). De inspectie was op dat moment voornemens om een deel van de bekostiging op te schorten. Deze fase is inmiddels doorlopen, maar heeft nog tot onvoldoende herstel geleid. Als gevolg hiervan is de bekostiging van de school vanaf januari met vijftien procent ingehouden. Op basis van herstelonderzoek van de inspectie, dat is gepland in februari en maart, zal ik besluiten over de eerstvolgende stap in het sanctietraject: het inhouden van de bekostiging met dertig procent.

Het beroep van SvPO tegen het eerste oordeel zeer zwak ten aanzien van de SvPO-school in Utrecht is op 28 januari jl. door de rechtbank Amsterdam ongegrond verklaard.3 De rechtbank oordeelde onder meer dat de inspectie terecht heeft geconstateerd dat het onderwijs onvoldoende was afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen. Zo wordt van leerlingen bijvoorbeeld verwacht dat zij achterstanden zelf oplossen, en zoekt de school niet naar de oorzaak van de achterstand, om vervolgens een geschikte aanpak te kunnen kiezen. Ook de bevindingen van de inspectie inzake het schoolplan, en tekortkomingen in de naleving van de zorgplicht voor sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen, worden door de rechtbank gevolgd. De rechtbank stelt onder meer dat SvPO niet inzichtelijk heeft gemaakt op welke manier is gereageerd op incidenten die plaatsvonden tijdens de onderzochte periode.

Naast de procedure over het eerste oordeel zeer zwak, is het bevoegd gezag een procedure gestart tegen het inspectierapport van 28 april 2021, waarin de SvPO-school in Utrecht voor de tweede maal als zeer zwak is aangemerkt. Deze zaak loopt nog.

Rapporten over huisvesting en geldstromen vastgesteld

In de rapporten die in het voorjaar van 2021 zijn vastgesteld is aangekondigd dat de inspectie een nader specifiek onderzoek zou verrichten naar het gevoerde huisvestingsbeleid en de (mede) in dat kader gevoerde transacties. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. De rapporten zijn op 28 januari jl. vastgesteld en de inspectie heeft mij op dezelfde datum geïnformeerd over haar bevindingen.

Omdat de rapporten nog niet openbaar zijn kan ik Uw Kamer nog niet informeren over de inhoud ervan. De bevoegde gezagsorganen kunnen tot vijf weken na vaststelling van de rapporten nog vragen om een voorlopige voorziening tegen openbaarmaking bij de bestuursrechter. Uiteraard informeer ik u zo spoedig mogelijk over de inhoud van de rapporten en de stappen die ik naar aanleiding daarvan al dan niet noodzakelijk acht.

De inspectie houdt de situatie op de SvPO-scholen nauwlettend in de gaten. Het is ernstig dat zowel de kwaliteit van de scholen als het financieel beheer al lange tijd niet op orde zijn, en het is in het belang van alle leerlingen en leraren dat de situatie zo spoedig mogelijk wordt verbeterd. Ik zal dan ook niet aarzelen om in te grijpen als dat nodig is.

Mocht er aanleiding toe zijn, dan zal ik u hierover nader informeren.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstuk 31 289, nr. 477.

X Noot
2

Kamerstuk 31 289, nr. 502.

X Noot
3

Rechtbank Amsterdam, zaaknummer AMS 20/3990.

Naar boven