Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2021
Op 26 juli jongstleden ontving ik uw verzoek van de commissie voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap om de verplichte aanschaf van een grafische rekenmachine mee te nemen
in de evaluatie van de Wet gratis schoolboeken. Middels deze brief informeer ik u
over de wijze waarop ik dit verzoek oppak.
Grafische rekenmachines vallen onder bijkomende schoolkosten die worden gemaakt voor
persoonlijke benodigdheden die bedoeld zijn voor de meerdere jaren van de opleiding.
Scholen zijn vrij om te bepalen welke hulpmiddelen zij gedurende de les en de schoolexamens
gebruiken.
Het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE) bepaalt jaarlijks in een regeling
welke hulpmiddelen zijn toegestaan tijdens de centrale eindexamens.1 Voor de centrale examens in de vakken wiskunde a, b en c op havo- en vwo-niveau hebben
leerlingen een grafische rekenmachine nodig. Over het algemeen beschikt de grafische
rekenmachines over te veel functionaliteiten voor een goede toetsing van de examenstof.
Daarom staat het CvTE bij het centraal examen alleen die types grafische rekenmachines
toe waarbij functionaliteiten die een onterecht voordeel geven kunnen worden geblokkeerd
door middel van een examenstand. Om de controle voor examinatoren mogelijk te maken
is verder vereist dat gedurende het examen zichtbaar is dat de rekenmachine in de
juiste examenstand staat. De examenstanden worden door het CvTE goedgekeurd en waar
nodig door de fabrikant bijgesteld.
De regeling toegestane hulpmiddelen bevat een lijst met meerdere actuele types die
zijn toegestaan. Vaak schrijven scholen daarvan een bepaald type voor. Voor het lesgeven
wordt het namelijk als praktisch ervaren dat alle leerlingen in de klas over hetzelfde
apparaat beschikken, aangezien verschillende typen verschillend kunnen werken. Aan
welk type de voorkeur wordt gegeven, is een professionele afweging die betrokkenen
op de school zelf kunnen maken.
Als een grafische rekenmachine eenmaal is toegestaan bij het centraal examen blijft
deze meerdere jaren op de lijst staan. Bij de centrale examens van 2022 zijn dat negen
types van vier verschillende merken.2 Dat zijn dezelfde toegestane rekenmachines die voor vwo sinds 2019 en voor havo sinds
2018 zijn toegestaan, aangevuld met enkele nieuwe types. Fabrikanten stellen de examenstand
bij van machines waarvan zij de software nog ondersteunen. Dit betekent dat machines
die niet langer door de fabrikant ondersteund worden niet langer worden toegestaan.
Vandaar dat per examenjaar 2023 twee types rekenmachines niet meer op de lijst staan
die minimaal zeven jaar toegestaan zijn geweest. Het CvTE zal hierover op www.examenblad.nl informatie plaatsen. Daarbij zal ook helder worden aangegeven welke specifieke types
grafische rekenmachines toegestaan zijn.
De evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken is al in de afrondende fase; uw Kamer
zal spoedig geïnformeerd worden over de uitkomsten. Daarom kunnen we deze vraag over
grafische rekenmachines niet meer meenemen in de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken.
Het CvTE verkent al de mogelijkheden om in de toekomst ICT-functionaliteiten aan te
bieden binnen Facet en hiermee de grafische rekenmachine als hulpmiddel te vervangen.
Het heeft tijd nodig om dit op gedegen wijze te onderzoeken.
De ontwikkelingen rond schoolkosten zal ik blijven volgen door middel van de periodieke
monitor schoolkosten in het funderend onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.
De eerstvolgende schoolkostenmonitor zal in 2022 plaatsvinden. Daarin zal ook inzichtelijk
worden gemaakt welke kosten ouders maken voor de aanschaf van gereedschappen, leermiddelen
en materialen.
Tot slot wil ik benadrukken dat ik het van groot belang vind dat de schoolkosten voor
ouders beperkt blijven, zodat het onderwijs toegankelijk blijft voor iedereen, ongeacht
de financiële positie van de ouders of de leerling. Dat uitgangspunt staat dan ook
centraal in de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob