Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2021
Dit kalenderjaar ben ik gestart met pilots sneltesten in het funderend onderwijs.
Van eind januari tot eind mei heeft er een pilot gelopen naar de risicogerichte inzet
van sneltesten bij leerlingen en personeel in het voortgezet (speciaal) onderwijs.
Daarnaast heeft er van maart tot eind mei een pilot gelopen naar de preventieve inzet
van sneltesten bij personeel in het primair en speciaal onderwijs.
Doel van de pilots was om te onderzoeken of de inzet van sneltesten een effectief
instrument zou zijn om enerzijds de continuering van (fysiek) onderwijs beter de borgen
en anderzijds de virusverspreiding binnen de schoolcontext tegen te gaan en de veiligheid
te vergroten. Daarnaast is met de pilots bekeken of dit op een voor scholen werkbare
en uitvoerbare manier kon worden ingericht, waarbij het onderwijsproces zo min mogelijk
zou worden verstoord.
Met deze brief bied ik u de bijbehorende onderzoeksrapportages aan1. De lessen die zijn getrokken uit de evaluatie van de pilots heb ik meegenomen bij
de landelijke opschaling van de inzet van zelftesten voor het funderend onderwijs.
Hiermee ben ik in mei mee gestart, zodra de zelftesten breed beschikbaar waren.
Naast een evaluatie van de pilot, bevat het onderzoek naar de inzet van testen in
het voortgezet onderwijs ook twee modelleringsstudies. Met de eerste modellering is
bekeken op welke manier testen zou kunnen bijdragen aan het verder verantwoord openen
van het voortgezet onderwijs. De uitkomsten hiervan zijn ook aan het OMT beschikbaar
gesteld ten behoeve van de advisering2 over het loslaten van de anderhalvemetermaatregel tussen leerlingen in het voortgezet
onderwijs.
De tweede modellering betreft een doorrekening van mogelijke scenario’s om het testen
te kunnen afbouwen of stoppen na de zomervakantie. Deze uitkomsten zullen worden meegegeven
aan het OMT ten behoeve van de advisering begin augustus, op basis waarvan het kabinet
13 augustus besluit op welke manier het nieuwe schooljaar van start kan gaan.
In de verwachting u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob