31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2020

Op 7 april jongstleden hebt u mij verzocht om te reageren op een brief die u hebt ontvangen van een groep (voormalige) docenten en ouders over de gang van zaken bij Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) d.d. 9 maart 2020.

De zorgen die in de brief naar voren worden gebracht zijn voor mij niet nieuw. Ik heb u, in antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema, recent geïnformeerd over de stappen die worden gezet in het toezicht op verschillende scholen van SvPO.1 De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) neemt alle signalen die binnenkomen over SvPO serieus en heeft onlangs een breed onderzoek aangekondigd bij alle acht besturen en scholen van SvPO. Op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken wordt beslist tot welke handelwijze moet worden overgegaan.

De onderzoeken hebben door de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, enige vertraging opgelopen. Ik kan uw Kamer en de ondertekenaars van de brief verzekeren dat deze brief van de ouders en (voormalig) docenten betrokken wordt in de onderzoeken. Omdat deze nog lopen kan ik op dit moment niet ingaan op de specifieke vragen die zijn gesteld in de brief.

In het verleden is meer dan eens gebleken dat de SvPO de randen van de wet- en regelgeving opzoekt. Het beeld dat uit de brief, waarin persoonlijke ervaringen worden gedeeld, naar voren komt is zorgelijk. Als de bevindingen van de inspectie ten aanzien van SvPO daar aanleiding toe geven, zal worden ingegrepen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2341

Naar boven