31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 303 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 mei 2016

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 18 december 2016 inzake de toekenning van subsidie aan Stichting DaMu inzake reiskosten van DaMu-scholieren (Kamerstuk 31 289, nr. 290).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 31 mei 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Wolbert

De adjunct-griffier van de commissie, Arends

1

Wat zijn precies «uitzonderlijke gevallen»? Welke criteria gelden hierbij en door wie worden deze vastgesteld? Wat zijn de uitzonderlijke gevallen?

In overleg met de stichting DAMU heb ik de volgende criteria vastgesteld:

  • 1. De scholier staat ingeschreven bij een DaMu-school;

  • 2. De scholier staat ingeschreven bij een HBO-vooropleiding Dans of Muziek;

  • 3. Een minimale reisafstand tussen thuisadres en dichtstbijzijnde, passende DaMu-school;

  • 4. Een maximaal inkomen van de ouders van de scholier;

  • 5. Bij aanvraag moet een aankoopbewijs van het OV-product dat voor de reizen tussen het thuisadres en de school wordt gebruikt, worden ingediend.

2

Zijn uitzonderlijke gevallen die DaMu-scholieren die in de regio wonen en daarom dagelijks moeten reizen?

Dagelijks reizen is niet per definitie een criterium om in aanmerking te komen voor de voorziening. Uitzonderlijke gevallen zijn de leerlingen die een bovengemiddelde reistijd tussen thuisadres en een passende DaMu-school hebben.

3

In hoeverre worden de reiskosten vergoed? Worden alle reiskosten vergoed?

De voorziening betreft een tegemoetkoming van maximaal 70 procent van de daadwerkelijk gemaakte reiskosten.

4

Worden de volledige reiskosten van DaMu-kinderen die moeten reizen straks vergoed?

Zie antwoord op vraag 3.

5

Hoe hoog is de subsidie aan de stichting DaMu en voor hoe lang wordt deze vastgesteld?

Voor de subsidie heb ik een bedrag van ruim € 400.000 gereserveerd, dit is inclusief € 10.000 uitvoeringskosten voor de Stichting DAMU. De Stichting is bereid gevonden de uitvoering op zich te nemen.

6

Zouden met een bedrag van € 600.000 alle vervoerskosten kunnen worden vergoed voor alle DaMu-scholieren die buiten de regio wonen?

Aan de hand van gegevens over aantallen leerlingen en reisafstanden, verstrekt door de stichting DAMU, is geschat dat € 400.000 voldoende is om een tegemoetkoming van maximaal 70 procent van de gemaakte kosten te verschaffen.

7

Kan met een bedrag van € 600.000 alle vervoerskosten worden vergoed voor alle DaMu-scholieren die in de regio wonen?

Zie antwoord op vraag 2 en 6.

8

Waarom is er in de brief sprake van een «vergoeding» van de reiskosten en in de beantwoording van de schriftelijke vragen van een «tegemoetkoming»?

De voorziening is een tegemoetkoming in de reiskosten, geen vergoeding van alle gemaakte kosten.

9

Wat wordt bedoeld met het begrip «tegemoetkoming» en wat wordt bedoeld met het begrip «vergoeden»?

Zie antwoord op vraag 8.

10

Wat is de reikwijdte van «uitvoering» precies? Hoe hoog is de financiële ondersteuning?

De stichting DAMU neemt de uitvoering op zich. De procedure is samen met de Stichting vormgegeven. De procedure verloopt als volgt:

  • 1. Begin schooljaar 2016–2017 attendeert de Stichting DAMU de DaMu-scholen op deze voorziening. De DaMu-scholen attenderen de ouders. De verantwoordelijkheid voor de communicatie ligt bij de Stichting DAMU;

  • 2. De aanmeldingstermijn voor de voorziening loopt van 1 oktober tot 31 oktober 2016;

  • 3. Het bestuur van de Stichting DAMU stelt een commissie in die de aanvragen beoordeelt. De commissie geeft haar advies uiterlijk 15 november door aan het bestuur van de Stichting. Het bestuur accordeert de aanvragen. De commissie is onafhankelijk en bestaat uit drie leden: iemand met een achtergrond als schoolleider, iemand met een achtergrond als financieel adviseur en iemand met een achtergrond als accountant of controller;

  • 4. Het bestuur van de Stichting en de commissie worden ondersteund door een secretaris;

  • 5. De Stichting maakt de tegemoetkoming over aan de ouders.

De uitvoeringskosten van de Stichting DAMU zijn begroot op € 10.000. De scholieren ontvangen een tegemoetkoming van maximaal 70 procent van de gemaakte reiskosten.

11

Kunnen DaMu-leerlingen gebruik maken van het studentenreisproduct of moeten zij gebruik maken van de (duurdere) abonnementen van de NS en overige vervoerders?

De DaMu-scholieren zijn geen studenten aan een instelling voor hoger onderwijs. Daarom kunnen zij geen gebruik maken van een studentenreisproduct.

12

Wat houdt de evaluatie in? Op welke criteria wordt geëvalueerd en is de subsidieverstrekking afhankelijk van de uitkomsten hiervan?

De evaluatie van de voorziening zal plaatsvinden in overleg met de Stichting DaMu. De evaluatie vindt plaats voor 1 maart 2017. De evaluatie zal verlopen aan de hand van vier uitgangspunten:

  • 1. Beperking van de administratieve lasten;

  • 2. Een overzichtelijk en uitvoerbaar proces van toekennen;

  • 3. Beperkte kosten;

  • 4. Geen precedentwerking naar andere groepen scholieren.

De intentie is de tegemoetkoming bij een positieve evaluatie voor meer jaren te verstrekken, gezien de lange periode dat scholieren een DaMu-opleiding volgen.

13

Op basis van welke toezeggingen kunnen ouders nu besluiten hun kind in te schrijven in een DaMu-traject na het succesvol doorlopen van de audities en hoe lang blijft die steun van kracht, aangezien een DaMu-traject vijf tot zes jaren duurt (en tot tien jaar inclusief oriëntatie en onderbouwtraject)?

De voorziening is ingesteld voor de duur van één jaar, van 1 september 2016 tot 1 september 2017. De intentie is de tegemoetkoming bij een positieve evaluatie voor meer jaren te verstrekken, gezien de lange periode dat scholieren een DaMu-opleiding volgen.

14

Wat is het budget voor de beoogde subsidie en hoe lang blijft deze subsidie van kracht?

Zie het antwoord op vraag 5 en 13.

15

Aan de hand van welke criteria wordt de evaluatie na een jaar gedaan?

Zie antwoord op vraag 12.

16

Deelt u de mening dat het (dans en muziek) talent leidend moet zijn en niet de financiële thuissituatie of waar je toevallig woont?

Reiskosten mogen geen onnodige barrières opwerpen voor talentvolle leerlingen.

17

Wordt met betrekking tot het «uitzonderlijkheid-criterium» bij u gedacht aan een inkomenstoets van de ouders en/of andere bijzondere omstandigheden?

De voorziening is inkomensafhankelijk. Het bestuur van de Stichting DAMU stelt een onafhankelijke commissie in om de aanvragen van de ouders van DaMu-scholieren te beoordelen. De commissie kan in voorkomende gevallen besluiten tot aanvullende maatregelen.

18

Hoeveel kost het instellen van de uitzonderlijkheidscriteria?

De voorziening is zo ingericht dat de administratieve lasten zo beperkt mogelijk zijn. De uitvoeringskosten voor de Stichting DAMU zijn begroot op € 10.000.

19

Denkt u aan een inkomenstoets van de ouders en/of andere bijzondere omstandigheden?

De voorziening is inkomensafhankelijk.

Naar boven