31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 165 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2013

Hierbij wil ik u informeren over de stand van zaken met betrekking tot de bekostiging van het voortgezet onderwijs. Onlangs heeft u het rapport van de Algemene Rekenkamer ontvangen dat is opgesteld naar aanleiding van de motie Linthorst c.s.1 zoals die was ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel passend onderwijs. Tijdens de behandeling van de OCW-begroting voor 2013 op 5 december 2012 (Handelingen II 2012/13, item 6, blz. 41–55) heb ik u toegezegd om de Algemene Rekenkamer te vragen om een soortgelijk onderzoek te doen naar de toereikendheid van de bekostiging van het voortgezet onderwijs. De Rekenkamer heeft positief gereageerd op mijn verzoek. In de bijlage treft u het verzoek aan zoals ik dat aan de Rekenkamer heb verzonden evenals de reactie van de Rekenkamer op dit verzoek2.

Daarnaast wordt op dit moment nog gewerkt aan de uitwerking van de vereenvoudiging van het bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs. In december 2011 bent u hierover geïnformeerd.3 Nadien is de VO-raad in de gelegenheid gesteld om met een alternatief model te komen. In december 2012 is dit voorstel aan mij aangeboden. Het is geen uitgewerkt model maar een advies dat een aantal randvoorwaarden formuleert waaraan een nieuw bekostigingsmodel volgens de VO-raad zou moeten voldoen.

Bij de verdere uitwerking van het model wil ik naast dit advies ook rekening houden met de uitkomsten van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Met de VO-raad heb ik dan ook afgesproken dat de bevindingen van dit onderzoek worden betrokken bij de verdere uitwerking van de vereenvoudiging van het bekostigingsmodel. In het najaar van 2013 zult u de eerste rapportage ontvangen van de Rekenkamer. Tevens zal ik u dan de voortgang melden rondom de vereenvoudiging van de bekostiging.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 32 812/33 106, J

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 157

Naar boven