31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 985 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2022

Zoals aangegeven in mijn beleidsbrief van 17 juni jl. (Kamerstuk 31 288, nr. 964) ezet het kabinet zich in voor een gezond en duurzaam stelsel van hoger onderwijs en wetenschap, met rust en ruimte voor studenten, onderzoekers en docenten. Daarom investeert dit kabinet onder meer € 200 miljoen structureel in sectorplannen, om de basis voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek gericht en duurzaam te versterken vanuit een overkoepelend nationaal perspectief. Zoals aangekondigd in mijn beleidsbrief maken we dit jaar een vliegende start met de sectorplannen. Na advies van de onafhankelijke Nationale Commissie Sectorplannen (NCSP) heb ik op 30 september jl. de eerste € 60 miljoen structureel toegekend binnen dit instrument.

Sectorplannen hebben twee hoofddoelen, namelijk het creëren van rust en ruimte en het stimuleren van landelijke samenwerking en gezamenlijke scherpe keuzes. Het gaat om een structurele investering van in totaal € 200 miljoen per jaar. Deze middelen zijn bestemd voor sectorplannen in alle vier de domeinen, te weten bèta, techniek, sociale en geesteswetenschappen en medisch. Sectorplannen is een reeds beproefd instrument, deze investering volgt op de in 2019 toegekende € 60 miljoen structurele middelen voor de domeinen bèta en techniek en de € 10 miljoen structurele middelen voor het domein sociale en geesteswetenschappen.

In de afgelopen periode is door de vele betrokkenen hard gewerkt aan het opstellen van domein- en sectorbeelden, waarin kansen en knelpunten zijn geïdentificeerd. Deze analyses zijn vertaald in concrete sectorplannen (en facultaire bestedingsplannen), waarin keuzes worden gemaakt en profilering wordt afgestemd.

Advies van de NCSP en besluit over toekenning middelen

De verdeling van de structurele middelen over de domeinen vindt conform het kader voor de sectorplannen plaats vanuit de inhoud, op basis van gedegen analyses van de knelpunten en kansen voor profilering en landelijke samenwerking in de sectoren. Dit kader beschrijft voor sectorplannen de doelen, het proces, de randvoorwaarden en de actoren.U vindt dit kader als bijlage bij deze brief. Onder sectorplannen wordt de uitwerking van domeinbeelden verstaan voor specifieke, geprioriteerde sectoren. Ze bevatten een concrete aanpak voor de wijze waarop en met welke middelen de sector invulling wil geven aan de prioritaire kansen en knelpunten die voortvloeien uit het domeinbeeld.

Ik heb de Universiteiten van Nederland (UNL) daarbij gevraagd mij in goed overleg een breed gedragen verdeling van middelen op domeinniveau aan te reiken. Deze verdeling ziet er voor de eerste € 60 miljoen als volgt uit:

Domeinen

Middelenverdeling

Bèta

€ 15 miljoen

Techniek

€ 12 miljoen

Sociale en Geesteswetenschappen

€ 21 miljoen

Medisch

€ 12 miljoen

Om een goede inhoudelijke en onafhankelijke weging te kunnen maken in de prioritering en daarmee de verdeling van de middelen heb ik de Nationale Commissie Sectorplannen ingesteld. Haar taken zijn beschreven in het instellingsbesluit, zie daar voor de het besluit van 15 september 2022, nr. OWB/33991846, houdende instelling van de Nationale Commissie Sectorplannen. De NCSP heeft als taak om mij van onafhankelijk advies te voorzien over de kwaliteit van de domein- en sectorbeelden en de sectorplannen, de inzet van de middelen in landelijk gekozen zwaartepunten, de aanpak van monitoring en evaluatie en het instrument als geheel. Dit doet zij in twee fases: allereerst over de € 60 miljoen structureel in september van dit jaar, en vervolgens over de € 140 miljoen structureel in maart 2023. De NCSP beoordeelt hiervoor de sectorplannen zoals ingediend en kan daarbij om aanvullingen of verbeteringen vragen. Haar advies is vervolgens voor mij zwaarwegend in mijn besluit over de toekenning van de middelen.

14 september jl. heeft de NCSP haar eerste advies aan mij uitgebracht. U vindt dit advies als bijlage bij deze brief. Het advies richt zich op de eerste € 60 miljoen structurele middelen binnen sectorplannen, waarbij de commissie heeft meegewogen hoe de keuzes en prioriteiten passen binnen het totaalbeeld van de volledige € 200 miljoen structurele middelen voor sectorplannen.De commissie geeft in dit advies aan onder de indruk te zijn van wat er in korte termijn is gerealiseerd. De conclusie van de commissie is dat met sectorplannen de organisatiegraad van het veld wordt versterkt en dat scherpe keuzes worden gemaakt die leiden tot landelijke taakverdelingen en specialisaties op het gebied van onderwijs en onderzoek. Met de eerste impuls zal volgens de commissie een goede start worden gemaakt met het realiseren van meer rust en ruimte door middel van meer vaste contracten. Dit positieve advies geeft vertrouwen. Ik heb het positieve advies van de commissie t.a.v. de toekenning van de eerste € 60 miljoen structureel dan ook overgenomen. Universiteiten mogen de toegekende sectorplanmiddelen met terugwerkende kracht vanaf 1 juli dit jaar inzetten. Zij zijn op 30 september jl. hierover geïnformeerd.

Verdere proces

Na deze toekenning van de eerste structurele middelen gaat de tweede fase in. In de komende maanden zullen de vertegenwoordigers van de sectorplannen aan de slag gaan met de verdere concretisering van de plannen, waarbij de uitwerking van de punten die de NCSP noemt voor mij van groot belang is.

Verantwoording over, en monitoring en evaluatie van de doelen en middelen is nodig om zicht te hebben op de verwachte en bereikte resultaten en om beleid en uitvoering continu te verbeteren. Ik heb de commissie daarom ook gevraagd de inrichting van evaluatie en monitoring van sectorplannen te doordenken. Voor de monitoring en evaluatie worden per domein (bèta, techniek, sociale en geesteswetenschappen en medisch) domeinspecifieke sectorplancommissies ingericht. Waar mogelijk zal ik hierbij aansluiten bij de reeds bestaande monitoring- en evaluatiecyclus van de sectorplannen 2019–2024. De NCSP zal de monitoring en evaluatie in samenspraak met de betrokkenen, zoals de huidige en nieuw op te richten domeinspecifieke sectorplancommissies, verder uitwerken.

Uiterlijk in maart 2023 brengt de NCSP haar tweede advies uit over de verdeling van de resterende structurele middelen, evenals de monitoring en evaluatie. Het advies kan, maar hoeft niet, te leiden tot wijzigingen in de voorgestelde bestedingsplannen. Op basis van dit advies zal ik in het voorjaar van 2023 een besluit nemen over toekenning van deze middelen en uw Kamer hier over informeren. Daarna volgt de derde fase, waar de focus ligt op de uitvoering van de sectorplannen en de monitoring en evaluatie. Na drie jaar voeren de domeinspecifieke sectorplancommissies een tussentijdse evaluatie uit en na zes jaar de eindevaluatie. Na ieder evaluatiemoment brengen deze commissies advies uit over het vervolg.

Met de toekenning van de middelen in september 2022 bereiken we een mooie mijlpaal binnen de investeringen in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Hierbij spreek ik mijn dank en waardering uit voor het vele en goede werk dat door alle betrokkenen in de afgelopen maanden is verricht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven