Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 augustus 2022
Hierbij stuur ik mijn reactie op het verzoek van de commissie om te reageren op een
brief over erkenning van de opleiding Master Facility Management en opname in het
Centraal register opleidingen hoger onderwijs (hierna: Croho), zoals behandeld in
de procedurevergadering van 7 juli 2022.
Een alumnus van deze opleiding vraagt in de brief aandacht voor het feit dat de betreffende
opleiding niet is geregistreerd in het Croho. Zij ondervindt daar last van, terwijl
de opleiding wel erkend is. Dit relaas wordt ondersteund door een nagezonden brief
van een andere alumnus. Ik schets kort de achtergrond van deze kwestie, die het bestuur
van De Haagse Hogeschool eind 2021 bij mijn ambtsvoorganger onder de aandacht heeft
gebracht. Vervolgens beschrijf ik welke acties ik heb ondernomen.
Achtergrond
De Haagse Hogeschool heeft in de periode 2003–2007 de tweejarige deeltijd postinitiële
master Facility Management aangeboden. Deze opleiding was indertijd geaccrediteerd
door de Dutch Validation Council (DVC), een van de organisaties die kwaliteitsbeoordelingen
uitvoerden voordat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) werd opgericht.
We spreken over een tijd waarin het huidige accreditatiestelsel en de bachelor-masterstructuur
werd ingevoerd.
Bij invoering van het accreditatiestelsel heeft De Haagse Hogeschool kennelijk geen
gebruik gemaakt van de destijds geldende overgangsregeling (voor postinitieel onderwijs),
maar ervoor gekozen om op een later moment de toets nieuwe opleiding aan te vragen.
De opleiding werd dan ook in oktober 2007 voor het eerst geaccrediteerd door de NVAO
en in het Croho opgenomen. Eind 2013 is de opleiding beëindigd.
Ondernomen acties
De Haagse Hogeschool heeft mij verzocht om de opleiding uit de periode 2003–2007 met
terugwerkende kracht op te nemen in het Croho. Daar heb ik echter geen wettelijke
basis voor.
Het bestuur van De Haagse Hogeschool heeft mij er evenwel van overtuigd dat de betreffende
alumni er nadeel van ondervonden, of kunnen ondervinden, dat potentiële werkgevers
bij het raadplegen van het Croho onjuiste conclusies trekken over de waarde van het
getuigschrift.1 Het gaat, zo heb ik vernomen, om 23 alumni. Ik betreur het dat zij door in het verleden
door de hogeschool gemaakte keuzes (mogelijk) geconfronteerd worden met een hindernis
bij sollicitaties terwijl de waarde van het getuigschrift in dit geval niet ter discussie
hoort te staan.
Daarom heb ik voor deze alumni – bij hoge uitzondering – een officiële verklaring
opgesteld, waarin wordt gesteld dat er sprake is van een door de Nederlandse overheid
erkende opleiding. Daarin is expliciet beschreven dat afgestudeerden die in de periode
2003–2007 de opleiding met succes hebben afgerond en daarvoor een getuigschrift hebben
ontvangen van De Haagse Hogeschool, met recht de graad Master Facility Management
mogen voeren.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf