31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 972 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2022

Hierbij bied ik u de monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2021–2022 aan. Deze monitor biedt een brede terugblik op de belangrijkste ontwikkelingen in het hoger onderwijs van het afgelopen jaar. De monitor beleidsmaatregelen is breed opgezet rond drie thema’s: onderwijsdeelname (instroom, doorstroom, uitval & switch), studiegedrag (studiekeuze, studievoortgang, tijdsbesteding) en studiefinanciering (lenen, studieschuld). De belangrijkste conclusies op deze thema’s schets ik hieronder kort.

Onderwijsdeelname

Ten opzichte van twee jaar geleden is de instroom in de bachelor (in aantal) iets lager. De onderzoekers geven daarbij aan dat de speculaties en plannen voor de herinvoering van de basisbeurs mogelijk een rol gespeeld kunnen hebben bij de daling van de instroom, maar dat dit ongewis is. Hoe de instroom het komende studiejaar precies zal zijn, is nog niet te zeggen. Wel is er recent een enquête onder eindexamenleerlingen gehouden, waaruit onder meer blijkt dat het percentage scholieren dat een tussenjaar overweegt te nemen of overweegt door te stromen van havo naar vwo, nauwelijks anders is dan in voorgaande jaren. Het lijkt dus niet zo te zijn dat veel eindexamenkandidaten overwegen hun studie een jaar uit te stellen, omdat de basisbeurs komend studiejaar nog niet is ingevoerd. Dat beeld strookt overigens met de meest recente vooraanmeldingscijfers in het hbo en wo.

Bij de doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs en het mbo naar het hoger onderwijs valt het volgende op. Na een piek in de doorstroom het coronajaar 2020–2021, heeft er als wij kijken naar de totale doorstroom naar het hoger onderwijs, in 2021–2022 een normalisatie plaatsgevonden. De doorstroom vanuit de havo blijft achter, in tegenstelling tot de overige doorstroom, ten opzichte van het niveau van voor de coronamaatregelen. De groep havisten die kiest voor een vervolg binnen het voortgezet onderwijs, is het laatste jaar toegenomen. Dit kan te maken hebben met de invoering van het doorstroomrecht.

De uitval en switch van eerstejaarsstudenten zijn vergelijkbaar met voorgaand jaar, toen er sprake was van een daling in de uitval en switch. Deze daling was waarschijnlijk het gevolg van de coronapandemie en de maatregelen die daardoor getroffen zijn, zoals de mogelijkheid van een uitgesteld bindend studieadvies. Omdat de uitval en switch van eerstejaarsstudenten fors is gedaald, kijkt deze monitor ook of er een inhaalslag plaatsvindt in de uitval en switch na twee jaar. De monitor laat zien dat de inhaalslag niet plaatsvindt. Studenten uit cohort 2019–2020 zijn minder vaak uitgevallen of geswitcht na twee jaar dan studenten uit het cohort daarvoor.

Studiegedrag

Een weloverwogen oriëntatieproces en overtuigde studiekeuze zijn van groot belang voor de studie. De ervaren match van studenten met hun opleiding is, volgens de onderzoekers, de beste voorspeller van studiesucces in het eerst jaar. Twee derde van de studenten in het hoger onderwijs heeft een weloverwogen studiekeuze gemaakt en acht op de tien eerstejaars ervaren een goede binding oftewel een goede match met hun opleiding.

Ruim driekwart van de eerstejaars studenten loopt, naar eigen inschatting, op of voor op schema van nominaal studeren en bijna zeventig procent van de eerstejaars studeert conform eigen ambities of loopt daar zelfs op voor. Daarnaast is de studieachterstand die bachelor-studenten zeggen te hebben vergelijkbaar met vorig jaar.

Studiefinanciering

Het aandeel studenten met een lening is de laatste jaren dalende, na een forse stijging sinds het leenstelsel werd ingevoerd. In studiejaar 2020–2021 had 62 procent van alle studiefinancieringsgerechtigden een lening. In datzelfde studiejaar verwacht een kwart van de studenten af te studeren zonder studieschuld.

In de monitor wordt er ook gekeken naar de totale studieschuld die studenten tot en met studiejaar 2020–2021 hebben opgebouwd in het hoger onderwijs. Gecorrigeerd voor studentkenmerken is het verschil in de tot nu toe opgebouwde schuld tussen cohort-2014 (het laatste cohort in het oude basisbeursstelsel) en cohort-2015 (het eerste cohort onder het studievoorschot) ongeveer 5.500 euro. Dit verschil is conform de verwachtingen bij invoering van het studievoorschot.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven