31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 916 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 augustus 2021

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie OCW naar aanleiding van het bericht «Prestatieverhogende pillen bij jongeren: zorg voor een breder perspectief» van Rathenau van 11 juni 2020. In verband met de interdepartementale afstemming met VWS en de drukte rondom corona, ontvangt u mijn reactie later dan verwacht.

In het bericht van het Rathenau Instituut worden zorgen geuit over het vermeend verhoogde gebruik van medicatie bij studenten om de studieprestaties te bevorderen, waaronder ADHD medicatie. Er worden in het bericht drie handelingsperspectieven aangedragen die zich allemaal richten op het achterhalen van de oorzaken voor het vermeend verhoogde gebruik van medicatie bij studenten.

Mijn collega Minister van Ark heeft, mede namens mij, op 1 maart jl. Kamervragen beantwoord over het bericht «Schrikbarend veel misbruik van ADHD-medicatie onder Nederlandse studenten».¹ Hierin informeert zij uw Kamer over het onderzoek dat op dit moment wordt gedaan naar middelengebruik bij studenten in het hoger onderwijs. Dit onderzoek moet meer inzicht geven in de aard en omvang van het (oneigenlijk) gebruik van deze zogenoemde prestatie verhogende (recept-) geneesmiddelen. De resultaten van dit onderzoek zullen in november 2021 met de Kamer worden gedeeld. OCW en VWS zullen de ontwikkelingen op dit gebied blijven monitoren. In 2023 wordt dit onderzoek gecontinueerd in de monitor mentale gezondheid en middelengebruik via een gezamenlijke opdracht van OCW en VWS.

Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek zullen OCW en VWS in gesprek gaan over mogelijke acties om (ongewenst) medicijn- en middelengebruik onder studenten in het hoger onderwijs tegen te gaan.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

---

1 Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1828