Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2021
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van uw Kamer om een uiteenzetting te
geven over de gevolgen van de controversieel verklaring van mijn brief d.d. 20 april
2021 inzake Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) (Kamerstuk 31 288, nr. 908).
In deze brief heb ik toegelicht dat aan de Vlaamse en Nederlandse departementen een
gezamenlijke opdracht is verstrekt om een toekomstbestendig organisatiemodel uit te
werken voor de NVAO. De uitwerking van deze opdracht raakt echter niet inhoudelijk
aan de beleidsmatige onderwerpen opgenomen in mijn Kamerbrief over instellingsaccreditatie
d.d. 11 februari 2021 (Kamerstuk 31 288, nr. 901), die door uw Kamer controversieel verklaard zijn, maar betreft specifieke organisatie-
en governance-aangelegenheden binnen de NVAO.
Samen met mijn Vlaamse ambtsgenoot verenigd in het Comité van Ministers voor accreditatie,
heb ik vastgesteld dat een aanpassing van de organisatiestructuur van de NVAO wenselijk
is om een kwaliteitsvolle, efficiënte en toekomstgerichte werking van de organisatie
mogelijk te maken. Daarbij hecht ik eraan te benadrukken dat ondanks de knelpunten
in het huidige organisatiemodel er zowel vanuit Vlaanderen als vanuit Nederland de
wens is om de samenwerking voort te zetten.
Om te komen tot een toekomstbestendig organisatiemodel is een proces ingericht waarin
onder regie van beide departementen gesprekken worden gevoerd en besluitvorming wordt
voorbereid. De wens van alle betrokkenen – daaronder ook begrepen NVAO medewerkers
– is dat op korte termijn kan worden gekomen tot duidelijkheid en richtinggevende
keuzes.
Een controversieel-verklaring beperkt de ruimte om met mijn Vlaamse collega’s het
overleg te voeren dat in dit proces noodzakelijk is. Dit kan leiden tot vertraging
die voor alle betrokkenen in dit proces ongewenst is.
Ik verzoek uw Kamer dan ook om uw beslissing tot controversieel verklaring van voornoemde
Kamerbrief d.d. 20 april 2021 te heroverwegen. Zoals in mijn brief ook aangegeven
informeer ik uw Kamer (uiterlijk) in najaar 2021 over de voortgang van dit traject.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven