31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2010

Met genoegen bied ik u de zesde editie van onze jaarlijkse publicatie Kennis in Kaart aan1.

Kennis in Kaart 2009 bevat naast de gebruikelijke hoofdstukken over de verschillende aspecten van hoger onderwijs, onderzoek en studiefinanciering ook weer een speciaal hoofdstuk over de voortgang van de meerjarenafspraken uit de Strategische Agenda «Het Hoogste Goed».

Over de indicatoren bij de meerjarenafspraken is vorig jaar een nulmeting opgenomen in Kennis in Kaart 2008. In de editie van dit jaar zijn nog niet voor alle indicatoren vorderingen ten opzichte van de nulmeting zichtbaar. Reden daarvoor is dat de instellingen het extra geld voor de meerjarenafspraken voor het eerst in oktober 2008 hebben ontvangen. De statistische gegevens, die de indicatoren moeten vullen en die altijd met enige vertraging beschikbaar zijn, hebben betrekking op 2008. Het uitblijven van zichtbare vorderingen in deze editie van Kennis in Kaart zegt dus niets over wat de instellingen met het extra geld aan inspanningen hebben geleverd op het terrein van het vergroten van rendement en het verminderen van uitval. Deze inspanningen worden wel gemonitord door de Inspectie van het Onderwijs. Begin 2011 zal de inspectie daarover nadere uitspraken doen. In 2011 zal de minister van OCW besluiten of de toevoeging van de extra middelen aan de lumpsum van de instellingen onder de noemer van deze meerjarenafspraak wordt voortgezet. Bepalende factor voor dit besluit is de mate waarin op sectorniveau voortgang is geboekt met het realiseren van de streefwaarden in deze afspraak in relatie tot de inspanningen van de universiteiten en hogescholen.

Er is naar gestreefd om met Kennis in Kaart 2009 een zo breed en compleet mogelijk beeld van de huidige stand van zaken in het Hogeronderwijs te geven. Ik hoop dan ook dat dit boekje in 2010 voor u een informatief en handig naslagwerk zal zijn.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven