31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 801 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2019

Hierbij zend ik u mijn reactie op het krantenartikel in de NRC van 6 juni jl. «Wie imiteert valt door de mand» op het verzoek van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Ik heb kennisgenomen van het artikel in de NRC. In dit artikel wordt de wetenschappelijke integriteit van de voormalig rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam ter discussie gesteld.

Het is allereerst aan de academische gemeenschap zelf om te reageren op integriteitsvraagstukken. Het gaat hierbij immers om de academische waarden. De Universiteit van Amsterdam handelt in overeenstemming met deze waarden door een externe commissie in te stellen. Deze externe ad hoc commissie onderzoekt of er sprake is van het schenden van regels voor wetenschappelijke integriteit in de openingstoespraken en het proefschrift van de voormalig rector van de UvA.

In lijn met de Gedragscode wetenschappelijke integriteit van de VSNU zal de Universiteit van Amsterdam pas een standpunt innemen nadat de commissie het onderzoek zorgvuldig en onafhankelijk heeft afgerond. Op dit moment is nog niet bekend wanneer het onderzoek is afgerond.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven