31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 795 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2019

Met deze brief ga ik, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, in op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (d.d. 10 oktober 2019) om te reageren op het bericht in de NRC van 9 oktober jl. over numeri fixi bij opleidingen Kunstmatige intelligentie op een aantal universiteiten en een overzicht te geven van de door universiteiten ingestelde numeri fixi bij bovengenoemde opleidingen.

Het artikel van NRC is geschreven na aanbieding van het Strategische Actieplan Artificiële Intelligentie (SAPAI) door het kabinet en de lancering van de Nederlandse AI-Coalitie, waarin overheid, bedrijfsleven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties samenwerken. Artificiële intelligentie (AI) verandert de wereld ingrijpend. AI kan helpen bij maatschappelijke vraagstukken op allerlei gebieden, zoals de zorg, voedselveiligheid, logistiek. Het roept ook vraagstukken op over bijvoorbeeld privacy. Daarom wordt er door overheid en partners stevig op ingezet. Zoals ook in het SAPAI is beschreven, is er een grote behoefte aan AI-deskundigen de komende jaren. Gezien de grote impact van AI op de samenleving is het daarnaast van belang dat er in onderwijs en onderzoek steeds meer interdisciplinair wordt samengewerkt.

Opleidingen in het domein van artificiële intelligentie en informatica hebben afgelopen jaren een toenemende belangstelling van studenten, maar universiteiten hebben moeite deze groei te accommoderen. Zij staan voor de uitdaging voldoende docenten te vinden en te bekostigen. Vier van de vijf bacheloropleidingen Kunstmatige Intelligentie hanteren op dit moment een numerus fixus. Het gaat om opleidingen met 150 eerstejaarsplekken aan de Radboud Universiteit, de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht en een opleiding met 200 eerstejaarsplekken aan de Universiteit van Amsterdam. Voor de bacheloropleiding Artificial Intelligence (voorheen Lifestyle Informatics) aan de VU geldt geen capaciteitsbeperking. Daarnaast zijn er bacheloropleidingen op gebieden die grenzen aan kunstmatige intelligentie, zoals (technische) informatica en Computer Science. Hierbij geldt alleen een numerus fixus voor de opleiding Technische Informatica aan de TU Delft (500 plekken) en de TU Eindhoven (275 plekken).

In het Wetsvoorstel taal en toegankelijkheid, dat uw Kamer in september jl. heeft ontvangen, heb ik aangekondigd dat instellingen in de toekomst een aanvraag moeten indienen om een numerus fixus in te stellen. Een nog op te richten commissie zal mij daarover adviseren.

Het kabinet investeert met het onderzoekssectorplan bètatechniek ook in het domein van de informatica, door middel van het creëren van vaste posities van onderzoekers aan deze opleidingen. Vanuit het sectorplan onderzoek bèta en techniek worden er over de breedte van bèta en techniek 340 vaste wetenschappelijke posities verwezenlijkt, hiervan zijn 63 posities (50 tenure track, UD en UHD en 13 hoogleraar) specifiek voor de informatica.

Door het onderzoek te versterken, komt er ook meer ruimte voor onderwijs. Versterking van het onderzoek zorgt tevens voor een aantrekkelijke plek om te werken voor nieuwe docenten en onderzoekers. In het advies van de commissie Sectorplan bètatechniek geeft de commissie ook aan dat het streven van de universiteiten is om de numeri fixi op opleidingen in het domein van de informatica zo snel mogelijk te laten vervallen.

Daarnaast heeft het kabinet in de zomer van 2019 na het advies van de Adviescommissie bekostiging hoger onderwijs en onderzoek (ACBHOO, onder voorzitterschap van dhr. Van Rijn) besloten om middelen in de onderwijsbekostiging te realloceren op basis van het aandeel studenten bètatechniek. Daarbij zullen de technische universiteiten, samen met de algemene universiteiten, een sectorplan maken voor het onderwijs. Doel hiervan is om de opleidingscapaciteit te vergroten bij opleidingen met grote arbeidsmarkttekorten, het verbeteren van het studentsucces aan die opleidingen en het verbeteren van de aansluiting op de arbeidsmarkt.

Binnen de AI-coalitie heeft een aantal Nederlandse bedrijven aangekondigd te willen gaan investeren in nieuwe hoogleraren en universitair (hoofd) docenten. Ik heb begrepen dat universiteiten daarover in gesprek zullen gaan met de betreffende bedrijven. Dat is goed nieuws, en een mooie actie van de AI-coalitie om de toepassing en ontwikkeling van AI in Nederland komende jaren te versterken.

De Universiteit Utrecht heeft onlangs bekend gemaakt de capaciteit voor de opleiding Kunstmatige Intelligentie te zullen vergroten en ook de Technische Universiteit Eindhoven gaf al eerder aan de capaciteit aan de opleiding Computer Science te zullen gaan verhogen.1 Gezien de in deze brief beschreven maatregelen verwacht ik dat de studentenaantallen en afgestudeerden in het domein van de artificiële intelligentie de komende jaren verder zullen stijgen. Ik zal deze ontwikkeling nauwlettend blijven volgen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven