Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2019
Hierbij bied ik u het KNAW briefadvies Neerlandistiek en het plan van aanpak voor
de universitaire talenstudies aan van het Nationaal Platform voor de Talen. Beide
documenten treft u als bijlage bij deze brief aan1.
In de afgelopen tien jaar is het aantal bachelor- en masterafgestudeerden in de moderne
vreemde talen in het wetenschappelijk onderwijs fors gedaald. De sterkste daling (60%
in de periode 2008–2018) is waarneembaar bij de bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur. Deze tendens draagt
mogelijk bij aan het tekort van leraren in de schooltalen2 in het voortgezet onderwijs.
Het belang van de Neerlandistiek staat voor mij buiten kijf, dit geldt zowel voor
de studie Nederlands als voor onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur. Het is
belangrijk dat dit in voldoende omvang blijft bestaan. Daarom heb ik de KNAW gevraagd
om een advies uit te brengen met daarin een analyse van de situatie en mogelijke oplossingsrichtingen
gericht op het vergroten van het aantal studenten dat (delen van) een wetenschappelijke
opleiding Nederlands volgt of een opleiding volgt die hier significante raakvlakken
mee heeft, zodat het aantal Neerlandici toeneemt.
Daarnaast is de afgelopen jaren door diverse partijen actie ondernomen om de geesteswetenschappen,
waar de (moderne) vreemde talen onderdeel van zijn, aantrekkelijker te maken. Zo zijn
in het kader van het sectorplan Duurzame Geesteswetenschappen landelijke en facultaire
projecten en programma’s opgestart. Het Regieorgaan Geesteswetenschappen is destijds
ingesteld om op deze projecten en programma’s toe te zien. Sinds 2017 is het Regieorgaan
omgezet naar het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen. Het programmabureau
beheert, monitort en rapporteert over de instellingsoverschrijdende projecten en programma’s
uit het sectorplan tot en met 2024. Eén van deze projecten is de oprichting van het
Nationaal Platform voor de Talen in 2018. Dit platform is door de faculteiten Geesteswetenschappen
ingericht om te werken aan een gezamenlijk plan van aanpak om de toestroom van studenten
bij de talenopleidingen te vergroten.
Ik ben blij met het briefadvies van de KNAW en het plan van aanpak van het Nationaal
Platform voor de Talen. In de adviezen worden uiteenlopende aanbevelingen gedaan.
De aanbevelingen die betrekking hebben op (de samenwerking met) het voortgezet onderwijs
en universitaire lerarenopleidingen zijn behoorlijk concreet uitgewerkt, en op sommige
punten is zelfs al actie ondernomen. Ik deel het belang van de actualisatie van de
inhoud van het Nederlands en de moderne vreemde talen in het voortgezet onderwijs.
Hieraan wordt momenteel gewerkt in het kader van de curriculumherziening waarover
uw Kamer binnenkort wordt geïnformeerd. Tegelijkertijd zijn er nog belangrijke stappen
te zetten bij de universitaire talenopleidingen zelf. Over de inspanningen die daar
nodig zijn, wil ik verder in gesprek met de universiteiten met een faculteit Geesteswetenschappen.
In het eerste kwartaal van 2020 kunt u mijn beleidsreactie op de adviezen van de KNAW
en het Nationaal Platform voor de Talen tegemoet zien.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven