31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 727 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2019

In reactie op het verzoek van het lid Van der Molen, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 25 april 2019, over het bericht «Promoveren in Nederland met een zak geld uit China» kan ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, als volgt informeren.

In de uitzending van het programma Nieuwsuur op 24 april 2019 is ten onrechte de suggestie gewekt dat het kabinet met twee monden spreekt als het gaat om de aanwezigheid van Chinese promovendi in Nederland.

Het uitgangspunt van mijn collega van Buitenlandse Zaken en mijzelf is dat het kabinet blijft inzetten op onderwijs- en onderzoekssamenwerking met China met oog voor een goede balans tussen kansen en risico’s die in die samenwerking aan de orde (kunnen) zijn.

Ik heb dit standpunt al eerder gedeeld met de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten. Dit standpunt zult u ook terugvinden in de kabinetsbrede Chinanotitie die uw Kamer deze maand zal toegaan.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven