31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 694 NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID WESTERVELD C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 693

Voorgesteld 5 maart 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het CHEPS-rapport concludeert dat «een groot aantal knelpunten in de bekostiging» te maken hebben met «de omvang van de beschikbare middelen»;

constaterende dat de commissie-Van Rijn volledig buiten beschouwing laat of het onderwijsbudget toereikend is om alle ambities waar te maken;

constaterende dat de Onderwijsraad eerder al adviseerde om in alle onderwijssectoren «de toereikendheid van de bekostiging te evalueren» in relatie tot «de kwaliteit die onderwijsinstellingen met die bekostiging verondersteld worden te bereiken»;

overwegende dat er op dit moment onderzoek wordt gedaan naar de toereikendheid van de middelen in het p.o. en het v.o. en de doelmatigheid van de besteding;

verzoekt de regering, om uitvoerig en onafhankelijk onderzoek te laten verrichten of het macrobudget voor het mbo, hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek toereikend is in relatie tot de veronderstelde kwaliteit en of het macrobudget doelmatig wordt besteed;

en gaat over tot de orde van de dag.

Westerveld

Van Meenen

Bisschop

Van den Hul

Futselaar

Azarkan

Van Raan

Beertema

Naar boven