31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 691 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN DER MOLEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 689

Voorgesteld 19 februari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ons hoger onderwijsstelsel in eerste instantie bedoeld is om onze jongeren voor te bereiden op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid,

constaterende dat EER-studenten vanwege EU afspraken lastig anders beoordeeld kunnen worden dan Nederlandse studenten,

constaterende dat in de WHW het uitgangspunt is dat onderwijs en examinering in het Nederlands plaatsvindt,

constaterende dat de strategische agenda hoger onderwijs eind 2019 naar de kamer komt,

constaterende dat een van de prioritaire thema’s die benoemd zijn voor de commissie van Rijn gaat over financiële prikkels ten aanzien van studentenaantallen waarbij de commissie gevraagd is in te gaan op de vraag in hoeverre de verdeling van de onderwijsbekostiging een rol speelt bij het aantrekken van (buitenlandse) studenten door onderwijsinstellingen,

verzoekt de regering om, onderzoek te doen naar de mogelijkheden om Nederlandstalige of tweetalige bachelors meer te bekostigen dan bachelors die volledig in een andere taal aangeboden worden en hier in de strategische agenda beleidsmatig op te reageren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Molen

Naar boven