31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 371 MOTIE VAN DE LEDEN STRAUS EN VAN MEENEN

Voorgesteld 20 februari 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat demografische krimp van 7,5% of meer over vijf jaar een expliciete rechtvaardigingsgrond wordt voor fusies in het primair en voortgezet onderwijs;

constaterende dat bij demografische krimp van meer dan 15% over vijf jaar geen advies van de Commissie Fusietoets in het Onderwijs meer vereist zal zijn;

constaterende dat deze krimpcijfers wel feitelijk juist kunnen zijn, maar toch ook oneigenlijk gebruikt kunnen worden om een fusie te rechtvaardigen;

constaterende dat de medezeggenschapsraad instemmingsrecht heeft voor fusies in het onderwijs;

overwegende dat zij soms een informatie- en/of deskundigheidsachterstand hebben ten opzichte van de schoolbesturen;

constaterende dat de staatssecretaris in zijn brief van 14 februari 2014 dit probleem onderkent en met de CFTO in gesprek hierover wil gaan;

verzoekt de regering om, in overleg met de Commissie Fusietoets in het Onderwijs (CFTO) een procedure in te richten die medezeggenschapsraden de mogelijkheid biedt om de CFTO te vragen de fusie-effectrapportage te beoordelen en van advies te voorzien en deze gereed te hebben bij inwerkingtreding van de wijziging van de regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

Straus

Van Meenen

Naar boven