31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 327 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2013

In de brief van 29 november 2012 verzoekt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om een algemene reactie op het rapport «Falende wetenschap, de frauduleuze onderzoekspraktijken van sociaal-psycholoog Diederik Stapel». Aan dit verzoek komen wij graag tegemoet. Wij wijzen er daarbij op dat KNAW in april van dit jaar een (gevraagd) advies zal uitbrengen over vertrouwen en integriteit in de wetenschap. Dit advies zal mogelijk nog kunnen leiden tot aanscherpingen van onze inzet.

De eerste signalen van fraude door de heer Stapel dateren van 2011. De betrokken universiteiten Tilburg University, Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Amsterdam hebben toen besloten tot een omvangrijk onderzoek. De interimrapportage van de commissie-Levelt verscheen op 31 oktober 2011, de eindrapportage op 28 november 2012. Het beeld dat uit beide rapportages naar voren komt is van een frauduleuze praktijk die gedurende lange tijd heeft kunnen voortduren en die politiek, wetenschap en samenleving hebben geschokt. Onze dank gaat uit naar de de commissies-Levelt, -Noort en -Drenth die ervoor hebben gezorgd dat de onderste steen is bovengekomen.

Het komt er nu allereerst op aan dat de betrokken instellingen hun verantwoordelijkheid nemen om de gevolgen van de fraude teniet te doen, conform de aanbevelingen uit het rapport-Levelt. De instellingen zullen erop toezien dat tijdschriften frauduleuze artikelen ofwel daadwerkelijk intrekken en ontoegankelijk maken in de databases dan wel deze bij aanvraag aanmerken als frauduleus. Ook zullen de betrokken universiteiten erop toezien dat bij het opvragen van dissertaties wordt gewezen op de frauduleuze onderdelen ervan. Ten slotte zullen de betrokken instellingen de onderzoeksfondsen die hebben bijgedragen aan financiering van het onderzoek van de heer Stapel informeren over eventuele frauduleuze publicaties die uit dat onderzoek zijn voortgekomen.

Verder is van belang lessen te trekken voor de toekomst. Het rapport geeft daarvoor de nodige handvatten, gericht op de belangrijkste actoren in de wetenschap. Wij onderschrijven van harte de constatering van de commissie- Levelt dat de gesignaleerde tekortkomingen niet moeten leiden tot georganiseerd wantrouwen of een overdreven bureaucratie die het wetenschappelijke werk onnodig belemmert, maar dat er een onderzoeksomgeving dient te worden gecreëerd waarin onderzoekers door onderwijs, training en een effectieve controle gestimuleerd worden de regels van het zorgvuldig en integer uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek in acht te nemen. Wij verwachten van onderzoekers een kritische houding, ook op hun eigen handelen en dat van hun collega’s.

Universiteiten en VSNU hebben naar aanleiding van de Stapel-affaire de handschoen voortvarend opgepakt. De universiteiten hebben begin 2012 de regels en de klachtenprocedure aangescherpt en verhelderd. Elke universiteit heeft nu voor het melden van klachten een loket in de vorm van een commissie wetenschappelijke integriteit en een of meerdere vertrouwenspersonen. In reactie op de Stapel-affaire is op dit punt veel verbeterd: er is een landelijke klachtenregeling ontwikkeld waardoor er veel meer uniformiteit (en dus rechtsgelijkheid) is ontstaan in de afhandeling van meldingen van integriteitsinbreuken. Bovendien is de afhandeling van meldingen nu bij alle universiteiten laagdrempelig georganiseerd. De rectoren hebben afgesproken in het onderwijs op alle niveaus, van bachelor tot promotieonderzoek, de mores van integere wetenschap te benadrukken. Hoogleraren moeten bij hun aanstelling de belofte uitspreken zich aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening te houden. Ook worden vanaf zomer 2012 alle sinds 2005 aangemelde integriteitsinbreuken anoniem gepubliceerd op de website van VSNU.

Ook NWO bereidt maatregelen voor om de wetenschappelijke integriteit te bevorderen. Deze maatregelen sluiten goed aan bij die van VSNU. Omdat transparantie, begrijpelijkheid en toegankelijkheid van data onderdeel zijn van goed datamanagement, overweegt NWO om onderzoekers te vragen in alle projectaanvragen specifiek aandacht te besteden aan een datamanagementplan en de goedkeuring hiervan als voorwaarde te stellen voor toekenning van subsidie. Verder zal NWO hoofdaanvragers van onderzoek vragen toe te lichten hoe zij invulling geven aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Ten slotte maakt NWO het mogelijk om subsidie aan te vragen voor replicatieonderzoek en onderzoekt ze of het noodzakelijk is het belang van dit soort onderzoek bij commissies die onderzoeksaanvragen beoordelen te benadrukken.

Voor KNAW was de fraude door de heer Stapel mede aanleiding om een advies uit te brengen over het zorgvuldig en integer omgaan met wetenschappelijke onderzoeksgegevens. KNAW beveelt aan in zowel de bachelor- als de masterfase aandacht te schenken aan specifieke vragen over zorgvuldigheid en wetenschappelijke integriteit. In de bachelorfase zou het gaan om onderwerpen als plagiaat, dataverzameling en statistiek, in de masterfase om reflectie op en discussie over ethische aspecten van het doen van onderzoek. KNAW beveelt aan in de onderzoekersopleiding of in de eerste fase van een promotietraject aandacht te besteden aan het zorgvuldig omgaan met onderzoeksgegevens, inclusief statistische en andere vaardigheden.

De acties die universiteiten, NWO en KNAW in gang hebben gezet, onderschrijven wij van harte. De organisaties geven ons hiermee het vertrouwen dat zij meer systematisch aandacht (zullen) geven aan integere wetenschapsbeoefening. De ontwikkelingen op dit gebied willen wij op de voet blijven volgen. Wij zullen de betrokken organisaties vragen ons actief op de hoogte te houden van de uitvoering van hun voornemens. In juni van dit jaar ontvangen wij van VSNU een inventarisatie van de implementatie van de afgesproken integriteitsmaatregelen. Ook zullen wij in bestuurlijk overleg met de organisaties het thema integriteit regelmatig aan de orde stellen.

Tot slot nog het volgende. De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vraagt specifiek in te gaan op een eventuele aanpassing van de WHW die het mogelijk moet maken de doctorsgraad in te trekken. Het college van rectoren heeft zich over deze vraag gebogen en heeft laten weten dat deze mogelijkheid nu feitelijk al bestaat bij wetenschappelijk wangedrag tijdens de promotie en dat hiervoor geen wetswijziging nodig is. Het college ziet geen grond de wettelijke mogelijkheid voor universiteiten te creëren om de doctorsgraad te ontnemen op grond van wangedrag later in de wetenschappelijke carrière. Wij sluiten ons bij deze opvatting aan.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven