31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 320 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2012

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij per brief (d.d. 4 oktober 2012) gevraagd om een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de processtappen, die ik in mijn brief van 23 december 2011 heb geschetst inzake het profiel van de Open Universiteit (OU) in een toekomstbestendig hoger onderwijsstelsel. Met deze brief informeer ik u over die stand van zaken.

De processtappen die ik in mijn brief van 23 december 2011 (Kamerstuk 31 288, nr. 251) heb genoemd betreffen de bepaling van de strategische koers van de OU in het instellingsplan, overleg met de OU, NRTO en HBO-raad over de ordening van het aanbod en het maken van prestatieafspraken met de OU.

Er heeft met de OU en de koepelorganisaties overleg plaatsgevonden in het kader van de brede verkenning deeltijdonderwijs, de positionering van de OU en de ordening van het aanbod. Daarbij heeft de OU aangegeven zich de komende periode te focussen op het wo, niet te streven naar nieuwe hbo-opleidingen en samenwerking te zoeken met andere wo-instellingen en het (bekostigde en niet-bekostigde) hbo. Met de OU is toen ook afgesproken dat zij in het voorstel voor de te sluiten prestatieafspraak zich naast onderwijs ook richt op profilering van onderzoek en valorisatie, onder meer door benutting van onderzoek van de OU in het onderwijs dat andere hogeronderwijsinstellingen aanbieden.

In mijn brief deeltijd hoger onderwijs van 30 maart jl. heb ik aangegeven dat de voorgenomen invoering van vraagfinanciering in het deeltijd hoger onderwijs, die niet eerder dan met ingang van het studiejaar 2017/2018 zal plaatsvinden, ook betrekking zal hebben op het studentgebonden deel van de bekostiging van de OU. Tegen de achtergrond van de voornemens rond vraagfinanciering heb ik met de OU afgesproken dat op kortere termijn geen andere wijzigingen in de bekostiging van de OU plaatsvinden dan die voortvloeien uit de invoering van het BaMa-bekostigingsmodel.

Het rapport van het internationale review panel en de in mijn brief van 23 december jl. genoemde uitgangspunten en modellen hebben geleid tot een intensief proces van herbezinning op de positie en het profiel van de Open Universiteit in het hoger onderwijsstelsel. De uitwerking daarvan in een plan voor strategische herpositionering heeft geleid tot het Instellingsplan 2012–2016 «Leren in tijden van verandering», dat begin september jl. is vastgesteld door de Open Universiteit.

In dit instellingplan geeft de OU onder meer aan binnen het universitaire bestel, vanuit een duidelijk en herkenbaar profiel, complementair te willen zijn en bij te willen dragen aan de ontwikkeling en toegankelijkheid van het Nederlandse hoger onderwijs. De OU zet in op effectief onderwijsaanbod aan specifieke doelgroepen die op «andere» wijze willen of moeten studeren en op samenwerking met en ondersteuning van andere ho-instellingen. De OU geeft aan dat de wo-bachelor en masteropleidingen de kern van de onderwijsactiviteiten vormen en dat andere onderwijsactiviteiten (waaronder post-initieel aanbod) daar zoveel mogelijk van worden afgeleid. Ook stelt de OU zich tot doel kennis over leren, open educational resources en afstandsonderwijs in te brengen c.q. te valoriseren ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het Nederlandse hoger onderwijs.

De review commissie heeft in mei/juni dit jaar een voorstel voor de prestatieafspraak ontvangen van de OU. Op dat moment was het instellingsplan van de OU nog in ontwikkeling. De review commissie heeft geconstateerd dat de OU in haar voorstel aangeeft aan het begin te staan van een ingrijpend verandertraject en dat het voorstel aanzetten bevat voor ambitieuze doelen, maar dat een integrale toepassing van het beoordelingskader op het voorstel nog niet mogelijk was omdat in het voorstel onderdelen en uitwerkingen ontbreken.

De review commissie heeft mij geadviseerd de OU de gelegenheid te bieden om uiterlijk binnen een jaar een voldragen voorstel voor te leggen, dat als basis kan dienen voor een te sluiten prestatieafspraak. Ik heb dat advies van de review commissie overgenomen. Het instellingsplan «Leren in tijden van verandering» zal de basis vormen voor het voorstel van de OU voor de prestatieafspraak.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

Naar boven