31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2008

Het is mij een genoegen u het zevende rapport van het Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie (NOWT) «Wetenschaps- en Technologie-Indicatoren 2008» te kunnen aanbieden1. Het rapport is net als de vorige rapporten opgesteld door het samenwerkingsverband van het CWTS (Universiteit van Leiden) en MERIT (Universiteit van Maastricht). Overigens is MERIT inmiddels samengegaan met de United Nations University in UNU-MERIT (Maastricht Economic and social Research training centre on Innovation and Technology). Het rapport beschrijft de kwantitatieve ontwikkelingen op het terrein van wetenschap en technologie in Nederland en zet deze af tegen internationale ontwikkelingen.

Het rapport geeft een breed overzicht van de positie van de Nederlandse kennisinfrastructuur, zoals:

– de investeringen van overheid, bedrijven en andere partijen;

– de uitvoering van onderzoek en ontwikkeling door universiteiten, researchinstellingen en bedrijven;

– de wetenschappelijke productie in de vorm van publicaties, de invloed (citatiescore) en productiviteit van deze publicaties;

– de technologische productie in de vorm van octrooien;

– de wetenschappelijke samenwerking binnen en buiten Nederland als ook de wisselwerking met private partijen en

– kenniswerkers en mobiliteit.

Het NOWT-rapport zie ik als een bruikbaar instrument in het kader van de discussies over het wetenschapsbeleid. De gegevens in het NOWT-rapport zijn daarbij één van de informatiebronnen, naast kwalitatieve en evaluatieve gegevens, die specifieker ingaan op bepaalde beleidsonderwerpen.

Het rapport geeft vooral een breed beeld van de kennisinfrastructuur en is in die zin een eerste aanknopingspunt om dieper op specifieke aspecten in te gaan. Verschillende gegevens uit het NOWT-rapport zijn goed bruikbaar voor de OCW-publicaties «Kerncijfers OCW» en «Bestel in beeld» die jaarlijks in mei verschijnen en zijn daarin dan ook terug te vinden.

Verschillende onderdelen van het NOWT-rapport hebben een directe relatie met de hoofdlijnen van het wetenschapsbeleid, zoals verwoord in de vorig jaar verschenen Strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoeken wetenschapsbeleid.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven