31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 162 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2011

Eind januari ging een consultatie van de Europese Commissie van start over de «Modernisering van het Hoger Onderwijs in Europa». Doel van de consultatie is om input te verzamelen ten behoeve van een mededeling over dit onderwerp die de Europese Commissie in september wil presenteren. Met deze mededeling zal de mededeling uit 2006 «Invulling van de moderniseringsagenda voor de universiteiten» worden geactualiseerd in het licht van recente ontwikkelingen, zoals de Europa 2020-strategie en het kerninitiatief Jeugd in Beweging.

Als bijlage bij deze brief treft u een afschrift aan van de brief die ik onlangs als reactie op de consultatie aan eurocommissaris Vassiliou heb gestuurd1. In de brief neem ik de vragen die door de Commissie werden gesteld als uitgangspunt.

Allereerst schets ik enkele actuele uitdagingen voor het hoger onderwijs: de groei van het aantal studenten, de gevolgen van de financiële crisis en het belang van het aanboren van private financiering en het verbeteren van de aansluiting van onderwijs op de behoeften van de arbeidsmarkt. Als voorbeelden van succesvolle Europese initiatieven wijs ik op transparantie- en classificatie-instrumenten, de Bologna-hervormingen en de toepassing van de Open Methode van Coördinatie (OMC). Ook geef ik aan dat er nog volop ruimte is voor verbetering.

Vervolgens ga ik in op die terreinen waarop Europese samenwerking meerwaarde kan hebben. Ik noem (1) het actualiseren en consolideren van reeds bestaande initiatieven, (2) studentenmobiliteit en alle uitdagingen die daarmee samenhangen, (3) erkenning van studiepunten en diploma’s, (4) het verbeteren van de werking van de kennisdriehoek van onderwijs, onderzoek en innovatie en (5) het verbeteren van de internationale positionering van Europese kennisinstellingen. Tot slot sta ik kort stil bij de werkmethoden en programma’s.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven