31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1135 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2024

Inspraak en gezonde tegenspraak zijn belangrijk voor het goed functioneren van universiteiten en hogescholen. Studenten hebben via de medezeggenschap dan ook een belangrijke rol op onze hogescholen en universiteiten. Medezeggenschap zorgt ervoor dat kennis en kunde vanuit de collegezaal en vanaf de werkvloer wordt meegenomen in besluiten die door het bestuur worden genomen. Een sterke medezeggenschap is niet vanzelfsprekend. Het is essentieel dat de medezeggenschap in staat wordt gesteld haar taken op een goede manier uit te oefenen. Daarvoor is goede facilitering van groot belang, met name ten aanzien van scholing, ondersteuning, communicatie en vergoeding.

Voortbouwend op de afspraken uit mijn brief van december 2023 «versterking medezeggenschap hoger onderwijs» informeer ik uw Kamer in deze brief over de uitvoering van de motie van de leden Westerveld en De Hoop over vergoedingen voor de medezeggenschap. Ik ben verheugd te kunnen melden dat het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), de Vereniging Hogescholen (VH) en de Universiteiten van Nederland (UNL) hierover overeenstemming hebben bereikt. Ze zijn tot een gezamenlijk gedragen uitwerking gekomen voor vergoedingen voor medezeggenschap. Graag spreek ik mijn waardering uit voor dit mooie resultaat en de inzet die hiervoor is gepleegd in het belang van een sterke medezeggenschapsfunctie op universiteiten en hogescholen.

In deze brief zal ik nader ingaan op de afspraken die zijn gemaakt en de wijze waarop ik uitvoering geef aan de motie over vergoedingen. Ik doe dit mede aan de hand van de reactie die ik tevens in deze brief geef op de medezeggenschapsmonitor, zoals op 5 juni jl. verzocht door uw Kamer, waaraan ik hierbij tegemoet kom.1

1. Medezeggenschapsmonitor

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het rapport «Monitor Medezeggenschap Hoger Onderwijs» van onderzoeksinstituut Oberon. Het biedt belangrijke inzichten over de praktijk van de medezeggenschap en de tevredenheid van centrale en decentrale raden (inclusief opleidingscommissies) over de medezeggenschapskwaliteit voor de periode 2023–2024. Voor deze zesde editie hebben het ISO, de VH, UNL, de Vereniging Medezeggenschap Hogescholen (VMH), Het Landelijke Overleg Voorzitters Universitaire Medezeggenschap (LOVUM), de LSVb, het Landelijk Overleg van Fracties (LOF) en HBO-Medezeggenschap wederom samengewerkt.

De monitor toont een overwegend positief beeld over de stand van zaken van de medezeggenschap. Voor een goed werkende medezeggenschap is het van belang dat er binnen de instelling een medezeggenschapscultuur is waarin besturen en medezeggenschap open het gesprek aangaan, dat de medezeggenschap de expertise en faciliteiten heeft om een volwaardig gesprekspartner te zijn en dat er voldoende bezetting is binnen de medezeggenschapsorganen. Op deze thema’s uit de monitor ga ik hieronder in.

Overleg, cultuur en invloed

Goed overleg tussen bestuur en medezeggenschap, waarin de medezeggenschap ervaart invloed te hebben op de besluitvorming binnen instellingen, is van belang voor het goede functioneren van de medezeggenschap. Uit de medezeggenschapsmonitor blijkt dat leden van de medezeggenschap erg positief zijn over de overlegcultuur. Ze zijn daarbij het meest tevreden over het formele contact met de bestuurder. Voornamelijk over het krijgen van een reactie op voorstellen en het ontvangen van alle benodigde informatie. Een kwart van de besluiten van het bestuur, zowel centraal als decentraal binnen instellingen, wordt inhoudelijk gewijzigd door betrokkenheid van de leden van de medezeggenschap. Daarnaast wordt de helft van de raden meestal of altijd al in een vroeg stadium betrokken bij belangrijke onderwerpen en trajecten, waardoor zij ook vóór het formele proces van besluitvorming en medezeggenschap al hun invloed kunnen uitoefenen.

Dit laat zien dat het medezeggenschapswerk op veel plekken impact heeft en dat veel bestuurders de leden van de medezeggenschap serieus nemen. Bovendien is het een mooi signaal dat zeventig procent van de raads- en commissieleden over het algemeen tevreden zijn over hun eigen functioneren en meer dan de helft tevreden is over het functioneren van de bestuurder als gesprekspartner. Dat de medezeggenschap impact ervaart, sterkt mij in mijn overtuiging dat we in de afgelopen jaren de goede weg zijn ingeslagen door de inbreng van studenten en medewerkers beter te faciliteren en hier ook in te investeren.

Facilitering

Een solide facilitering van de medezeggenschap is belangrijk voor een goede taakuitoefening. De nieuwe afspraken die hiertoe door de veldpartijen zijn opgesteld, heb ik in december met uw Kamer gedeeld2. In de monitor wordt een positief beeld geschetst over de mate waarin men de beschikking heeft over (scholings)budget en juridische ondersteuning ten opzichte van de vorige meting in 2022. Leden van de medezeggenschap geven ook aan vaker scholing te hebben gevolgd dan in de vorige metingen met een gemiddelde stijging van vijftien procent ten opzichte van twee jaar eerder. Uit de monitor blijkt wel dat meer dat een kwart van de leden van de medezeggenschap niet altijd op de hoogte is van alle voorzieningen waar zij wettelijk gezien recht op hebben. Dit geldt in het bijzonder voor de decentrale raden en opleidingscommissies. Wel is te zien dat er een kleiner percentage is dat niet weet of zij aanspraak maken op een bepaalde voorziening. De kennis over de eigen rechten lijkt dus toe te nemen.

Om de medezeggenschap daarin verder te ondersteunen, te emanciperen en om successen te delen tussen medezeggenschapsgremia op verschillende plekken in het land zal daarom dit najaar het ondersteuningsloket medezeggenschap gelanceerd worden. Dit onder penvoerderschap van het ISO en in samenwerking met koepels en partnerorganisaties3. De insteek van het loket is om één centraal informatiepunt te creëren dat alle medezeggenschappers weten te vinden. Dit zal de leden van medezeggenschapsorganen beter in staat stellen kennis te nemen van de rechten en plichten die zij hebben. Bovendien zorgt dit voor toegang tot een solide kennisbasis voor (toekomstige) leden van de medezeggenschap.

2. Afspraken over vergoedingen, takenpakket en tijdsbesteding

Duidelijkheid over vergoedingen kan een barrière wegnemen, zodat een brede groep studenten zich beschikbaar kan stellen als lid van de medezeggenschap. De motie van de leden Westerveld en De Hoop verzoekt de regering om samen met de studentenorganisaties en de koepels van de instellingen landelijke richtlijnen op te stellen voor de vergoeding voor de leden van de medezeggenschap uit het studentenondersteuningsfonds, nu nog bekend als Profileringsfonds. Ter uitvoering van de motie hebben de koepels van instellingen en studenten gesprekken gevoerd om hierover overeenstemming te bereiken. In mijn brief over de versterking medezeggenschap in het hbo en wo heb ik uw Kamer toegezegd voor de zomer terug te komen op de uitkomsten hiervan.

Hogescholen en universiteiten zijn samen met de studentenorganisaties gekomen tot kaders voor studentleden van de medezeggenschap ten aanzien van drie zaken: tijdsinvestering, takenpakket en vergoedingen. Deze afspraken zijn bijgesloten bij deze brief. Hiermee is een mooi resultaat bereikt en een belangrijke stap gezet in meer duidelijkheid en consistentie voor de medezeggenschap. Ik spreek hierbij mijn waardering uit voor de inspanningen die door de partijen zijn verricht om tot dit resultaat te komen. Hieronder licht ik deze afspraken verder toe.

Vergoedingen

Uit de medezeggenschapsmonitor blijkt dat bijna alle studenten in de medezeggenschap financiële compensatie krijgen. Dit gebeurt in veel verschillende vormen, zoals vacatiegelden, een bestuursbeurs of een vaste vergoeding per maand, kwartaal of jaar. In de bijlage vindt uw Kamer de gemaakte afspraken over een bandbreedte van vergoedingen voor de centrale én decentrale medezeggenschap. Daarnaast omvat het kader procesafspraken, waarin is afgesproken dat bestuurders en medezeggenschapsgremia aantoonbaar met elkaar in gesprek moeten gaan over de wijze van vergoeden en hoogte van de vergoedingen voor alle medezeggenschapsgremia. De medezeggenschap wordt in deze gesprekken ondersteund door het ISO, de LSVb en de andere landelijke medezeggenschapsorganisaties4, waarbij kennis gedeeld wordt over het proces en de vergoedingen op de instelling. Afhankelijk van de afspraken per instelling, die worden teruggekoppeld aan de koepels, ontstaat er een gedegen landelijk beeld. Op deze manier wordt de toepassing van het kader gemonitord. Ik word hier graag van op de hoogte gehouden.

Aanvullend hierop en gekoppeld aan de gemaakte afspraken, zoals ook genoemd in mijn eerdergenoemde Kamerbrief over versterking van de medezeggenschap in het hbo en wo, zal ik een verdiepend onderzoek starten naar een passende vergoedingssystematiek voor de decentrale medezeggenschap binnen instellingen om goed inzicht te verkrijgen in de werking hiervan, ook naar de toekomst toe.

Tijdsbesteding

Uit de monitor volgt dat ook de beschikbaar gestelde hoeveelheid uren belangrijk is voor het functioneren van de medezeggenschap. Uit de monitor blijkt dat leden van de opleidingscommissies van hbo en wo over het algemeen met de beschikbare uren hun werk voldoende kunnen uitvoeren. In het hbo zouden personeelsleden graag iets meer tijd hebben om hun werk ten volle uit te kunnen voeren. In het wo zeggen zowel studenten als personeelsleden meer tijd nodig te hebben. Om ervoor te zorgen dat alle leden van de medezeggenschap de benodigde tijd krijgen om dit werk te doen, hebben partijen naast de afspraken over de vergoedingen ook afspraken gemaakt over de minimaal ter beschikking gestelde tijd die leden van de medezeggenschap voor het werk vergoed krijgen. In het kader is voor iedere medezeggenschapslaag, zowel centraal als decentraal, een urennorm afgesproken. De afspraken over de tijdsbesteding moeten binnen instellingen tussen medezeggenschap en bestuurders officieel worden vastgesteld. Dit betreft een ondergrens, een instelling kan er altijd voor kiezen om hier in positieve zin vanaf te wijken.

Takenpakket

Daarnaast hebben de betrokken partijen een minimaal takenpakket van de medezeggenschap vastgesteld. Aan de hand hiervan kunnen leden van medezeggenschapsorganen aan het begin van het jaar in gesprek gaan met hun bestuurder om het aantal uren vast te kunnen stellen dat bij de uitvoering van deze taken past. De afspraken die in dit gesprek worden gemaakt, moeten door beide partijen officieel worden vastgesteld. Het geeft leden van de medezeggenschap meer houvast bij het beheersen van hun takenpakket en biedt een beter uitgangspunt voor het gesprek als deze uren op een bepaald thema later toch onvoldoende blijken. Het bestuur kan hierdoor op haar beurt een betere, meer realistische inschatting maken van hetgeen zij van de medezeggenschap gaat vragen (en al vraagt) op het moment dat zij het takenpakket wil uitbreiden.

Aanvullende financiële bijdrage

Het is, gelet op de resultaten uit de monitor, goed om te kunnen concluderen dat de middelen van € 11,5 miljoen die het Ministerie van OCW ter beschikking stelt voor de bestedingsdoelen scholing, ondersteuning, communicatie en vergoeding5 voor de jaren 2022 tot en met 2025 effect sorteren. Ook al zijn leden van de medezeggenschap zich – blijkens de monitor – nog niet altijd voldoende bewust van de bron van de beschikbare middelen en de bestedingsdoelen. Met het bereiken van de afspraken over vergoedingen worden conform eerdere toezegging de reeds beschikbaar gestelde middelen opgehoogd met € 12 miljoen voor de jaren 2024 tot en met 20276, zoals opgenomen in de begroting van het Ministerie van OCW ter versterking van het bestaande beleid. Ik roep zowel de bestuurders van de instellingen als de leden van de centrale medezeggenschap op om het gesprek met elkaar te (blijven) voeren over de besteding van deze middelen aan de hand van de bestedingsdoelen.

3. Tot slot

Met de eerder vastgelegde afspraken over scholing, crisisbesluitvorming, facilitering, ondersteuning en communicatie is reeds een mooie stap gezet richting een stevig gewortelde medezeggenschap binnen de instellingen. De resultaten van de medezeggenschapsmonitor stemmen mij positief richting de toekomst, gezien de over het algemeen stijgende tevredenheid over medezeggenschapscultuur en grotere kennis van de faciliteiten waar de medezeggenschap recht op heeft.

De recente afspraken over vergoedingen die universiteiten en hogescholen samen met de studentenorganisaties hebben gemaakt, zijn daarop een belangrijke aanvulling. Hiermee wordt de uniformiteit in vergoedingen, uurbesteding en het takenpakket voor de medezeggenschap vergroot. Dit creëert meer duidelijkheid en houvast voor de leden van de medezeggenschap. Met deze afspraken blijft er ruimte om de medezeggenschap op verschillende manieren in te vullen, met inachtneming van bestede tijd en complexiteit van vraagstukken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kenmerk 2024D23148

X Noot
2

Versterking Medezeggenschap Hoger Onderwijs, Tweede Kamer, 2023, 31 288, nr. 1100

X Noot
4

De Vereniging Medezeggenschap Hogescholen (VMH), Het Landelijke Overleg Voorzitters Universitaire Medezeggenschap (LOVUM), de LSVb, het Landelijk Overleg van Fracties (LOF) en HBO-Medezeggenschap.

X Noot
5

Tijdens het tweeminutendebat van 20 april 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over deze investering.

X Noot
6

Versterking Medezeggenschap Hoger Onderwijs, Tweede Kamer, 2023, 31 288, nr. 1100

Naar boven