31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2024

Graag informeer ik uw Kamer over de voortgang van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid. Het kennisveiligheidsbeleid bestaat uit een samenhangend geheel aan instrumenten, waarvan de screening het sluitstuk van het beleid is. Het wetsvoorstel is dan ook een belangrijk onderdeel van het beleid.

Ik heb uw Kamer laten weten dat mijn streven was om het wetsvoorstel voor het zomerreces te publiceren voor openbare internetconsultatie.1 Ik heb daarbij ook aangegeven dat dit tijdpad afhankelijk is van drie fundamentele elementen:

  • 1. de afbakening en aanpak van sensitieve kennis en technologie in relatie tot de screening;

  • 2. de afbakening van de doelgroep, waarover ik advies heb gevraagd aan het College van de Rechten van de Mens; en

  • 3. de uitvoering van de screening, waarbij ik eerder heb aangegeven dat ik de uitkomsten van het vooronderzoek door de mogelijke uitvoerder van de screening, Justis, wil afwachten.

Recente ontwikkelingen op deze drie elementen brengen mij tot de conclusie dat ik mijn streven van openbare internetconsultatie voor het zomerreces niet kan halen. Deze conclusie heb ik gedeeld met de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Ik informeer uw Kamer op korte termijn over deze ontwikkelingen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 1077

Naar boven