31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1078 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2023

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij op 30 juni verzocht om een reactie toe te sturen op de brief van het Interstedelijk Studenten Overleg (hierna: ISO) met de uitkomsten van het onderzoek «Studeren met een ondersteuningsbehoefte in het hoger onderwijs». Hierbij stuur ik desbetreffende reactie.

Ik heb kennisgenomen van het onderzoek «Studeren met een ondersteuningsbehoefte in het hoger onderwijs», dat ResearchNed in opdracht van het ISO heeft uitgevoerd. Studeren zou voor eenieder die dat kan en wil mogelijk moeten zijn. Ik vind het daarom zorgelijk dat een deel van de studenten aangeeft tijdens hun studie toch te veel hinder te ervaren. Ondanks dat instellingen zich reeds inspannen om deze hindernissen weg te nemen, wijst het onderzoek uit dat het aanbod voor ondersteuning nog niet altijd gebruikt of gevonden wordt.

Het ISO doet vier aanbevelingen om de hindernissen voor studenten met een ondersteuningsbehoefte te verminderen. Deze aanbevelingen richten zich op de informatievoorziening, het vergroten van kennis en kunde binnen instellingen, de toegankelijkheid van de ondersteuning en de facilitering en bekendheid van de medezeggenschap voor studenten met een ondersteuningsbehoefte.

Binnen de onderwijsinstellingen en ook bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) spannen we ons in om de informatievoorziening en kennis en kunde te verbeteren. Bijvoorbeeld via het Landelijk Netwerk Studentenwelzijn waar onderwijsprofessionals van alle hbo- en wo-instellingen bij aangesloten zijn, maar ook via de website www.hogeronderwijstoegankelijk.nl. Daarnaast zet het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs zich in om onderwijsinstellingen in het hbo en wo te ondersteunen bij de implementatie van het VN-verdrag Handicap.

Het is van belang dat studenten en instellingen samen toewerken naar een inclusievere omgeving. De medezeggenschap speelt daarbij een cruciale rol. Het is belangrijk dat studenten, met of zonder ondersteuningsvraag, de medezeggenschap kennen en weten te vinden. Ik zet mij, samen met de koepels van instellingen, studenten en medezeggenschap, ervoor in dat voldoende studenten zich aanmelden voor de medezeggenschap en zij een goede vertegenwoordiging zijn van hun achterban.

De aanbevelingen van het ISO sluiten tevens goed aan bij de aanpak studentenwelzijn die ik recent met uw Kamer heb gedeeld1. Instellingen en studentenorganisaties hebben een kader ontwikkeld voor een integrale aanpak studentenwelzijn. Middels het kader studentenwelzijn worden instellingen gestimuleerd om toe te werken naar een inclusiever studieklimaat. Onderdeel van de inzet is het vergroten van kennis en kunde binnen instellingen en verbetering van informatievoorziening en vindbaarheid van het hulpaanbod. Voor de implementatie van het kader studentenwelzijn heb ik jaarlijks € 15 miljoen vrijgemaakt. Met instellingen is afgesproken dat instellingen het kader implementeren samen met studenten. Zij weten immers als geen ander wat er nodig is en beter kan. In 2025 wordt de implementatie van het kader geëvalueerd en kijken we welke keuzes zijn gemaakt en wat we kunnen leren en verbeteren in de implementatie.

In de werkgroep Studentenwelzijn praat OCW met regelmaat met de vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen en studenten. Hier bespreken de werkgroepleden tevens de voortgang van de plannen. Ik zal in deze werkgroep het onderzoek van het ISO ook expliciet onder de aandacht brengen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstukken 31 288 en 31 524, nr. 1067

Naar boven