Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2023
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij op 30 juni verzocht
om een reactie toe te sturen op de brief van het Interstedelijk Studenten Overleg
(hierna: ISO) met de uitkomsten van het onderzoek «Studeren met een ondersteuningsbehoefte
in het hoger onderwijs». Hierbij stuur ik desbetreffende reactie.
Ik heb kennisgenomen van het onderzoek «Studeren met een ondersteuningsbehoefte in
het hoger onderwijs», dat ResearchNed in opdracht van het ISO heeft uitgevoerd. Studeren
zou voor eenieder die dat kan en wil mogelijk moeten zijn. Ik vind het daarom zorgelijk
dat een deel van de studenten aangeeft tijdens hun studie toch te veel hinder te ervaren.
Ondanks dat instellingen zich reeds inspannen om deze hindernissen weg te nemen, wijst
het onderzoek uit dat het aanbod voor ondersteuning nog niet altijd gebruikt of gevonden
wordt.
Het ISO doet vier aanbevelingen om de hindernissen voor studenten met een ondersteuningsbehoefte
te verminderen. Deze aanbevelingen richten zich op de informatievoorziening, het vergroten
van kennis en kunde binnen instellingen, de toegankelijkheid van de ondersteuning
en de facilitering en bekendheid van de medezeggenschap voor studenten met een ondersteuningsbehoefte.
Binnen de onderwijsinstellingen en ook bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) spannen we ons in om de informatievoorziening en kennis en kunde
te verbeteren. Bijvoorbeeld via het Landelijk Netwerk Studentenwelzijn waar onderwijsprofessionals
van alle hbo- en wo-instellingen bij aangesloten zijn, maar ook via de website www.hogeronderwijstoegankelijk.nl. Daarnaast zet het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs zich in om onderwijsinstellingen
in het hbo en wo te ondersteunen bij de implementatie van het VN-verdrag Handicap.
Het is van belang dat studenten en instellingen samen toewerken naar een inclusievere
omgeving. De medezeggenschap speelt daarbij een cruciale rol. Het is belangrijk dat
studenten, met of zonder ondersteuningsvraag, de medezeggenschap kennen en weten te
vinden. Ik zet mij, samen met de koepels van instellingen, studenten en medezeggenschap,
ervoor in dat voldoende studenten zich aanmelden voor de medezeggenschap en zij een
goede vertegenwoordiging zijn van hun achterban.
De aanbevelingen van het ISO sluiten tevens goed aan bij de aanpak studentenwelzijn
die ik recent met uw Kamer heb gedeeld1. Instellingen en studentenorganisaties hebben een kader ontwikkeld voor een integrale
aanpak studentenwelzijn. Middels het kader studentenwelzijn worden instellingen gestimuleerd
om toe te werken naar een inclusiever studieklimaat. Onderdeel van de inzet is het
vergroten van kennis en kunde binnen instellingen en verbetering van informatievoorziening
en vindbaarheid van het hulpaanbod. Voor de implementatie van het kader studentenwelzijn
heb ik jaarlijks € 15 miljoen vrijgemaakt. Met instellingen is afgesproken dat instellingen
het kader implementeren samen met studenten. Zij weten immers als geen ander wat er
nodig is en beter kan. In 2025 wordt de implementatie van het kader geëvalueerd en
kijken we welke keuzes zijn gemaakt en wat we kunnen leren en verbeteren in de implementatie.
In de werkgroep Studentenwelzijn praat OCW met regelmaat met de vertegenwoordigers
van onderwijsinstellingen en studenten. Hier bespreken de werkgroepleden tevens de
voortgang van de plannen. Ik zal in deze werkgroep het onderzoek van het ISO ook expliciet
onder de aandacht brengen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf