31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1069 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2023

Hierbij bied ik u het rapport aan van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) inzake deel 1 van een periodiek onderzoek naar het accreditatiestelsel dat zij momenteel uitvoert. Deel 1 van het onderzoek betreft de gehanteerde werkwijzen bij de accreditatie van bestaande opleidingen die zijn gericht op de onafhankelijkheid, deskundigheid, validiteit en betrouwbaarheid van de beoordeling. De resultaten van deel 2 van het onderzoek, dat ziet op de effecten van de beoordeling op de stimulerende werking, transparantie/dekking, en de ervaren lasten, verwacht de inspectie eind 2023 of begin 2024.

Met deel 1 van het onderzoek brengt de inspectie de elementen in beeld die bij de accreditatie van bestaande opleidingen, bijdragen aan de onafhankelijkheid, deskundigheid, validiteit en betrouwbaarheid van de beoordelingen. De inspectie stelt vast dat die elementen in de praktijk worden toegepast en dat er geen lacunes zijn. De conclusie van het onderzoek is dan ook dat het accreditatiestelsel in de basis voldoet. De inspectie doet evenwel een aantal aanbevelingen, waarvan sommige zien op verbeteringen binnen het huidige stelsel en sommige zich richten op de uitwerking van een stelsel met instellingsaccreditatie. Ik ben de inspectie erkentelijk voor dit relevante onderzoek.

Een reactie op het inspectierapport volgt in het najaar en zal in ieder geval ingaan op de bevindingen en aanbevelingen die de inspectie doet met betrekking tot het huidige stelsel. De aanbevelingen die de inspectie doet in relatie tot de invoering van instellingsaccreditatie betrek ik in het vervolgproces rondom de uitwerking van instellingsaccreditatie, waarover ik uw Kamer onlangs bij brief heb geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven