31 273
Beleidsdoorlichting Financiën

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2007

Hierbij zend ik u twee rapporten2. Het eerste rapport betreft de beleidsdoorlichting van de algemene doelstelling van artikel 1 van Begroting IXA. Het tweede rapport «Risicomanagement van de staatsschuld» betreft de herijking van het risicokader voor de staatsschuld. Beide zijn aangekondigd in de Begroting van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2007.

Het Agentschap van het ministerie van Financiën evalueert eens in de 4 à 5 jaar het kader voor risicomanagement voor de staatsschuld. Dit kader is de brede paraplu waaronder het Agentschap opereert. Het kader is een invulling van de algemene doelstelling van schuldfinanciering: «schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder een acceptabel risico voor de begroting». De herijking van het risicomanagement is daardoor een natuurlijk aanknopingspunt voor de beleidsdoorlichting. Voor de beleidsdoorlichting is daarnaast gebruik gemaakt van de bevindingen uit de evaluatie van de geldmarktbenchmark, die u in april 2007 is toegezonden (Kamerstuk 30 800 IXA, nr. 6, vergaderjaar 2006–2007).

Op basis van kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie blijkt dat voor optimale aansturing van het Agentschap en efficiënte financiering de algemene doelstelling zoals hierboven verwoord adequaat is gebleken. De doelstelling blijft daarom ook gedurende de komende periode (in ieder geval tot 2011) onverminderd van kracht. Uit de evaluatie blijkt verder dat het risicokader dat tot op heden is gehanteerd om dit doel te realiseren in algemeenheid goed heeft gewerkt. De rentelasten zijn op geen enkel moment in de periode 2003–2007 uitzonderlijk hoog geweest. Desalniettemin is verbetering van het risicokader mogelijk op het gebied van de werkbaarheid. Daarnaast blijkt uit modelanalyse dat het schuldbeleid nog iets efficiënter ingericht kan worden door te sturen op een gecentreerde portefeuille. Dit is een portefeuille die gekenmerkt wordt door een gelijkmatig aflosprofiel dat in stand gehouden kan worden door voortdurend in één en dezelfde looptijd leningen uit te geven. Met ingang van 2008 zal gebruik gemaakt worden van een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark.

De keuze voor deze benchmark past bij het begrotingsbeleid. Als gevolg van het begrotingsbeleid daalt naar verwachting de schuldquote. Dit resulteert in het oude risicokader in een geleidelijke verkorting van de portefeuille. Ook de keuze voor een 7-jaars gecentreerde portefeuille als benchmark leidt tot een verkorting van de schuldportefeuille (gebaseerd op verwachte trend van de schuld). Met de keuze voor de 7-jaars bench-mark wordt de huidige beleidslijn voortgezet, maar naar verwachting wel tegen gemiddeld geringere kosten en kleiner risico.

De benchmark schrijft ex ante precies voor wat en tegen welk marktrendement in theorie moet worden gefinancierd. In de praktijk zal de financiering afwijken van wat de benchmark voorschrijft. De invulling van de werkelijke financiering is gebaseerd op een ongewijzigd uitgiftebeleid dat geconcentreerd is op het 3- en 10-jarig segment. Om het renterisico bij te sturen in de richting van de benchmark worden renteswaps gebruikt. Door de introductie van de benchmark als uniek ijkpunt en door de specifieke inrichting daarvan wordt de werkbaarheid van het risicokader vergroten. Het gebruik van een benchmark als stuurvariabele is transparant (betere verantwoording) en prikkelt tot slimme inzet van financieringsinstrumenten. De prestatiemeting komt neer op het beoordelen van de mate waarin het Agentschap erin slaagt de benchmark te benaderen. Het gaat dan om zowel de kosten als het risico van de benchmark. Over de prestatie van het Agentschap wordt ex-post gerapporteerd in het Jaarverslag van de Nationale Schuld (IXA).

De overstap naar een nieuw risicokader heeft consequenties voor de wijze waarop de operationalisering van de beleidsdoelstelling van het Agentschap in de Begroting van de Nationale Schuld (IXA) is geformuleerd. Met ingang van het jaar 2008 geldt voortaan één operationele doelstelling met een resultaatmeting. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar de Begroting van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2008.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Eerder abusievelijk gepubliceerd als Kamerstuk 31 200 IXA, nr. 5, dat hiermee komt te vervallen.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven