31 271 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Zaken

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2013

Graag wil ik u hierbij nader informeren over de mogelijkheden om beleid op het niveau van begrotingsartikelen en/of sub-artikelen te evalueren. Zoals afgesproken tijdens het Algemeen Overleg over Evaluaties Ontwikkelingssamenwerking van 6 maart 2013, doe ik dat op basis van gesprekken die ik gevoerd heb met Prof. Dr. Ruerd Ruben, Directeur van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB).

De meerjarige evaluatieprogrammering op het terrein van ontwikkelingssamenwerking wordt jaarlijks conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE 2012) geactualiseerd en aan de Tweede Kamer aangeboden met de begroting. De Regeling (RPE 2012, artikel 3) stelt dat:

  • al het beleid dat valt onder de beleidsartikelen in de begroting periodiek (bijvoorbeeld eens per vier jaar en ten minste eens in de zeven jaar) wordt geëvalueerd in een beleidsdoorlichting; en

  • een beleidsdoorlichting, een syntheseonderzoek is naar zowel de doeltreffendheid als de doelmatigheid van al het beleid van een geheel beleidsartikel of van een substantieel, samenhangend deel van een beleidsartikel.

Daar waar mogelijk voert IOB beleidsdoorlichtingen uit op het niveau van begrotingsartikelen. Wanneer het vanwege uiteenlopende beleidsdoelstellingen en een mix aan beleidsinstrumenten onderzoekstechnisch niet mogelijk is om het beleid op het niveau van een geheel beleidsartikel door te lichten, valt de keuze op een beleidsdoorlichting naar substantiële en samenhangende delen van een beleidsartikel ofwel sub-artikel. Anders dreigt het gevaar dat er geen uitspraken gedaan kunnen worden over de effectiviteit van de Nederlandse inspanningen en conclusies algemeen blijven, niet getoetst kunnen worden en nauwelijks handvatten bevatten voor beter beleid.

Resultaten tellen meer dan ooit. Naast forse bezuinigingen is ook sprake van een nieuwe agenda van hulp, handel en investeringen. Ik hecht aan tijdig en goed evalueren op het niveau van beleidsartikelen waar mogelijk of substantiële en samenhangende delen van een beleidsartikel wanneer dat niet mogelijk is. Het is de manier om te leren wat werkt, en om tijdig te corrigeren wat niet werkt. Daarmee is evaluatie één van de drivers voor verbetering.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven