nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel IV, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor het eerste punt wordt een punt ingevoegd, luidende:
01. In artikel 8a.1.3 wordt, onder vernummering van het vierde lid
tot het vijfde lid, na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. De ouderraad heeft de bevoegdheid om gezamenlijk met de ondernemingsraad
en met de deelnemersraad een voordracht te doen voor één lid
van de raad van toezicht. De vorige volzin is niet van toepassing voor zover
de ouderraad schriftelijk aan de raad van toezicht te kennen heeft gegeven
van de mogelijkheid een voordracht te doen geen gebruik te willen maken
2. In het tweede punt, onder a, wordt «instemming, advies en hoorplicht»
vervangen door: instemming, advies, voordracht en hoorplicht.
3. In het tweede punt, onder b, wordt onder vernummering van het zevende
lid tot achtste lid een lid ingevoegd, luidende:
7. De deelnemersraad heeft de bevoegdheid om gezamenlijk met de ondernemingsraad
en, in voorkomende gevallen, met de ouderraad een voordracht te doen voor één
lid van de raad van toezicht. De vorige volzin is niet van toepassing voor
zover de deelnemersraad schriftelijk aan de raad van toezicht te kennen heeft
gegeven van de mogelijkheid een voordracht te doen geen gebruik te willen
maken.
4. Na het tweede punt wordt een punt ingevoegd, luidende: 2a. In artikel
8a.3.1, tweede lid, onder g, komt het woord «en» te vervallen
en wordt voor de puntkomma een zinsnede ingevoegd, luidende: en de termijnen
binnen welke een voordracht moet worden gedaan.
5. Het derde punt komt te luiden:
3. Na artikel 8a.4.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:
Artikel 8a.4.5. Geschillenregeling adviesbevoegdheid
profielen en voordracht raad van toezicht
Deze titel is van overeenkomstige toepassing op het advies en de voordracht,
bedoeld in de artikelen 8a.1.3, vierde lid, 8a.2.2, zesde en zevende lid,
en 9.1.4, zesde lid.
II
Artikel IV, onderdeel E, komt in het tweede punt in het zesde lid van
artikel 9.1.4 te luiden:
b. om gezamenlijk met de deelnemersraad en, in voorkomende gevallen,
met de ouderraad een voordracht te doen voor één lid van de
raad van toezicht
Toelichting
Dit amendement regelt dat de ondernemingsraad, de deelnemersraad en de
eventuele ouderraad gezamenlijk het recht krijgen om één lid
van de raad van toezicht voor te dragen op het moment dat het wetsvoorstel
tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake colleges van
bestuur en raden van toezicht (Kamerstukken II 2005/06, 30 599, nr. 2)
tot wet is verheven. Deze voordracht is niet bindend.
De ondernemingsraad, de deelnemersraad en de eventuele ouderraad kunnen
ieder schriftelijk aan de raad van toezicht te kennen geven van de mogelijkheid
een voordracht te doen geen gebruik te willen maken. De Geschillenregeling
adviesbevoegdheid profielen wordt ook van toepassing verklaard op de niet-bindende
voordrachtsbevoegdheid.
Dezentjé Hamming-Bluemink