31 265 Adoptie

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2024

Graag informeer ik uw Kamer over de laatste ontwikkelingen in het kader van de landenanalyse voor interlandelijke adoptie. In navolging op het rapport van de Commissie Joustra is besloten de samenwerkingsrelaties met de landen van herkomst te heroverwegen om de belangen van kinderen die ter adoptie worden afgestaan beter te beschermen en misstanden zoveel als mogelijk te voorkomen.1 In maart 2022 heb ik uitgebreid met uw Kamer gesproken over de uitkomsten van de landenanalyse en de selectie van landen waarmee de samenwerking wordt voortgezet. Op 20 oktober 2023 heb ik uw Kamer aangegeven dat de Centrale autoriteit verwacht de analyse van het nog resterende land Bulgarije uiterlijk eind 2023 te kunnen afronden.2 Met deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten.

De analyse van Bulgarije is in december 2023 afgerond. Hiervoor heeft de Centrale autoriteit onder meer in juni 2023 een werkbezoek afgelegd en is tot de conclusie gekomen dat de samenwerkingsrelatie met Bulgarije wordt hervat. Op basis van nader onderzoek is de reeds gedane analyse verrijkt en heeft de Centrale autoriteit een zorgvuldige afweging gemaakt. Dat betekent dat Bulgarije wordt toegevoegd aan de landen waaruit nog steeds geadopteerd kan worden. De beoordeling bij het besluit treft u aan in de bijlage.

Dit maakt dat alle samenwerkingsrelaties met de landen van herkomst zijn heroverwogen en dat interlandelijke adoptie mogelijk blijft uit de landen Zuid-Afrika, Portugal, Thailand, Taiwan, de Filipijnen, Lesotho, Hongarije en Bulgarije. De Centrale autoriteit zal deze samenwerkingsrelaties blijven monitoren en de landenanalyse periodiek herhalen. Daarnaast draagt de intensivering van het internationale beleid ertoe bij dat er goed zicht blijft op de ontwikkelingen binnen de landen van herkomst.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstukken II, 2021/22, 31 265, nr. 103.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2023/24, 31 265, nr. 121.

Naar boven