nr. 73
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.
TE D.2 BETREFFENDE VERGUNNING BTW-AANGIFTE NAAR
GESCHATTE BEDRAGEN
Vastgesteld 11 september 2008
Klacht
Verzoeker is van mening dat zijn verzoek tot afgifte van een schattingsvergunning
voor het indienen van de aangiften omzetbelasting ten onrechte is afgewezen.
De maandaangifte voor de omzetbelasting verhoogt zijn kosten en is in strijd
met het overheidsbeleid tot vermindering van de administratieve lasten.
Feiten
Het aangiftetijdvak voor de omzetbelasting voor verzoeker is op 1 januari
2008 gewijzigd van aangifte per kalenderkwartaal tot aangifte per kalendermaand.
Verzoeker heeft twee maal gevraagd naar een vergunning om btw-aangifte te
doen naar geschatte bedragen. De inspecteur van de Belastingdienst heeft het
verzoek afgewezen omdat deze tegemoetkoming vooral bedoeld is voor kleine
ondernemers die niet in staat zijn maandelijks de juiste cijfers voor de aangifte
omzetbelasting te bepalen.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat de Belastingdienst bij een schattingsvergunning
de omzetbelasting even snel int als bij een maandaangifte. De maandaangifte
is in strijd met het overheidsbeleid want het leidt tot hogere administratieve
lasten voor de ondernemer.
De staatssecretaris verwijst naar interne uitvoeringsvoorschriften van
de Belastingdienst waarin situaties worden beschreven waarin een ingediend
verzoek moet worden afgewezen. De inspecteur is binnen de uitvoeringsruimte
van deze voorschriften gebleven.
Oordeel van de commissie3
Het is niet gebleken dat de Belastingdienst het verzoek onzorgvuldig heeft
behandeld of zijn afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd. Ingevolge artikel
25 Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen moet de
belastingplichtige die regelmatig meer dan € 7 000,–
per maand BTW moet betalen, per maand aangifte doen. Aan kleine ondernemers
die niet in staat zijn om binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak
nauwkeurig aangifte te doen, kan een schattingsvergunning worden verleend.
De afwijzing van het verzoek is overeenkomstig de bestaande wet- en regelgeving.
De door de staatssecretaris aangekondigde maatregel om met ingang van
1 januari 2009 de financiële grens voor het doen van kwartaalaangifte
voor de btw te verhogen van € 7 000 naar € 15 000
zal tegemoetkomen aan de klacht van verzoeker.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
3De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende
leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD)
en Blanksma-van den Heuvel (CDA).