31 260
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 16
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN H. B. TE V. 2 BETREFFENDE HET NIET VOLLEDIG KUNNEN BENUTTEN VAN FISCALE AFTREKMOGELIJKHEDEN

Vastgesteld 24 januari 2008

Klacht

De heer H. B. te V., hierna: verzoeker, is van mening dat hij, omdat hij zijn inkomen deels uit Duitsland betrekt, fiscale aftrekposten niet volledig kan benutten en dat dit een onrechtvaardig gevolg is van de wetsystematiek omdat iemand met alleen een Nederlands inkomen die aftrekposten wel volledig kan benutten.

Feiten

Verzoeker bezit een woning die als rijksmonument is aangemerkt. In 2002 heeft hij daar onderhoud aan gepleegd. De uitgaven daarvoor zijn als monumentuitgaven aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Deze worden eerst in mindering gebracht op het inkomen uit werk en woning (box 1), maar niet verder dan tot nihil, voor het restant in mindering gebracht op het inkomen uit sparen en beleggen (box 3), maar niet verder dan tot nihil, terwijl een dan nog resterend restant wordt doorgeschoven naar het volgend jaar. Deze systematiek leidt ertoe dat verzoeker over 2002 in het geheel geen inkomstenbelasting verschuldigd is.

Verzoeker heeft inkomsten uit Duitsland, omdat hij daar als grensarbeider heeft gewerkt.

Op grond van de regeling ter voorkoming van dubbele belasting wordt een vermindering toegepast op de in box 1 geheven belasting. Omdat deze belasting in het geval van verzoeker nihil was, kan de vermindering niet worden toegepast en wordt ook deze doorgeschoven naar het volgend jaar.

Overwegingen

Door de hoogte van zowel zijn Nederlandse als Duitse inkomen is verzoeker over 2002 geen inkomstenbelasting verschuldigd en door de doorschuifregelingen vermoedelijk ook niet over volgende jaren. Dit kanertoe leiden dat door overlijden van verzoeker nimmer een volledige verrekening van aftrekposten zal plaatsvinden.

Dit wordt in het geval van verzoeker mede veroorzaakt door het feit dat hij Duits inkomen geniet, maar kan ook voorkomen in gevallen waarin er alleen sprake is van Nederlands inkomen.

Dit is een gevolg van de gekozen wetsystematiek.

Oordeel van de commissie1

De staatssecretaris van Financiën kan worden gevolgd in zijn standpunt dat er geen redenen zijn om de eerder genoemde uitgangspunten in de belastingsystematiek te wijzigen. Het door verzoeker ondervonden nadeel dat hij aftrekposten over 2002 niet geheel heeft kunnen vergelden en waarschijnlijk ook niet in latere jaren, is door de wetgever voorzien en is niet een nadeel dat door unieke omstandigheden wordt veroorzaakt.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
1

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven