nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2010
Het nieuwe Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat een fusie is van
het Milieu en Natuurplanbureau en het Ruimtelijk Planbureau, heeft zich de
afgelopen periode onder andere georiënteerd op haar belangrijkste producten
en publicaties.
Ik wil u graag, mede namens de andere opdrachtgevers, informeren over
het volgende.
Het PBL ziet zich geconfronteerd met een toenemend aantal jaarlijkse balansen,
die onderling veel raakvlakken hebben. Naast de Milieubalans en de Natuurbalans,
blijkt er ook behoefte aan een Ruimtebalans en een Waterbalans. Aan al deze
vragen voldoen zou een groot beslag op de capaciteit leggen, terwijl dit niet
zou bijdragen aan de integrale benadering van de leefomgeving, waar zowel
het kabinet als het PBL zelf naar streven.
Daarnaast blijkt dat de snelheid van de veranderingen in de kwaliteit
van milieu, natuur en ruimte niet een jaarlijkse beleidsevaluatie billijken.
Gevolg daarvan is dat de centrale boodschappen van de balansen inboeten aan
impact.
De directeur van het PBL, prof.dr. M. A. Hajer, heeft daarom in nauw
overleg met de opdrachtgevende departementen een voorstel gemaakt voor een
nieuwe inhoud en verschijningsfrequentie van een aantal van zijn kenmerkende
publicaties. Hieronder geef ik de inhoud van dit voorstel weer.
Het PBL wil de jaarlijkse balansen integreren tot een tweejaarlijkse Balans
van de Leefomgeving die in september zal worden uitgebracht. Deze Balans van
de Leefomgeving geeft een integrale beschrijving van de toestand van en de
trends in het milieu, de natuur en de ruimte in Nederland en evalueert aan
de hand hiervan het gevoerde en het voorgenomen beleid. Behalve de beleidsevaluatie
geeft de Balans ook aan welke handelingsopties voor de eventueel geconstateerde
knelpunten voorhanden zijn om de knelpunten op te lossen, c.q. dichter bij
een oplossing te brengen. Het PBL wil een eerste proeve van de
eerste Balans van de Leefomgeving reeds in 2010 uitbrengen.
In de tussenliggende jaren publiceert het PBL dan, eveneens in september,
een document dat als werktitel heeft meegekregen «Signalen uit de Leefomgeving».
Het accent van deze Signalen ligt op signalering en agendering van meer
specifieke beleidsterreinen en op een thematische verdieping. Bij de keuze
van de thema’s zullen de politieke of maatschappelijke actualiteit en
de beleidsmatige kansen een belangrijk criterium vormen, maar de thema’s
zijn gebaseerd op het lopende werkprogramma.
Het signalenrapport zal voor het eerst in 2011 verschijnen. Omdat het
een nieuw product is, zal in 2010 een dummy worden ontwikkeld, waarbij de
opdrachtgevende departementen en de andere doelgroepen zullen worden betrokken.
Op die manier zal optimaal worden aangesloten bij de informatiebehoefte van
kabinet en Tweede Kamer.
Naast deze reguliere publicaties zal het PBL permanent de actuele toestand
van de Leefomgeving in kaart brengen via een zogenaamd Compendium van de Leefomgeving
dat op de website van het PBL kan worden geraadpleegd. Tweede Kamer en maatschappelijke
actoren zijn op die manier continu geïnformeerd.
Ik onderschrijf het voorstel dat het PBL heeft gedaan. Want ik heb er
vertrouwen in dat de relevantie van de hier beschreven publicaties toeneemt
ten opzichte van de huidige situatie en dat op deze manier optimaal inzicht
wordt verkregen in de toestand van de leefomgeving in Nederland en het gevoerde
en voorgenomen beleid. En het ondervangt de ervaren nadelen van de huidige
opzet van de balansen. Ook neemt naar mijn mening de meerwaarde van de fusie
van de twee vroegere planbureaus tot één Planbureau voor de
Leefomgeving hierdoor toe.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer