31 250 Beleidsbrief Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 januari 2011

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 10 december 2010 met kenmerk 31 250-74/2010D50768 inzake het Standaard subsidiekader ontwikkelingssamenwerking.

Het standaard subsidiekader ontwikkelingssamenwerking heeft niet rechtstreeks betrekking op specifieke organisaties, maar vormt een raamwerk waarbinnen op basis van beleidsinhoudelijke afwegingen afzonderlijke subsidietenders voor programma’s kunnen worden uitgeschreven. Het kader is bestemd voor programma’s van Nederlandse en/of internationale maatschappelijke organisaties die op resultaatgerichte wijze een bijdrage leveren aan structurele armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. De achterliggende gedachte is dat dit kader en het Medefinancieringsstelsel samen zoveel mogelijk de OS subsidieverlening aan maatschappelijke organisaties over de volle breedte bestrijken. Op dit moment zijn er nog geen subsidies verleend onder het raamwerk van het standaard kader.

Het nieuwe standaard kader zal met ingang van 1 januari 2011 van kracht worden. Bestaande subsidiekaders die zijn toegesneden op één of meer organisaties zullen worden uitgefaseerd. Het betreft de volgende kaders:

  • Personele Samenwerking met Ontwikkelingslanden (PSO);

  • Vakbeweging (vakbondsmedefinancieringsprogramma (CNV, FNV));

  • Werkgeverssamenwerking (Dutch Employer Cooperation Programme (DECP));

  • Technische assistentie (Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV));

  • Gemeentelijke samenwerking; kleinschalige plaatselijke activiteiten; particuliere initiatieven (Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG));

  • Politieke en interparlementaire samenwerking (Netherlands Institute for Multiparty Democracy (NIMD));

  • Internationaal onderwijs en -onderzoek (Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT));

  • Onderzoek (Programma Onderzoek en Innovatie (POI));

  • Hoger onderwijs (Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education (NICHE), Netherlands Fellowship Programma (NFP), Samenwerking Internationale Instellingen(SII), Radio Nederland Training Centre (RNTC));

  • Toepassingsgericht onderzoek drinkwater en sanitatie (International Water and Sanitation Centre (IRC)).

Zodra deze subsidiekaders aflopen, zal worden bekeken – onder meer op basis van evaluaties – of er voldoende beleidsinhoudelijke redenen zijn om het thema waarop de betrokken organisatie werkzaam is in de toekomst voor subsidiering in aanmerking te laten komen. Luidt het antwoord bevestigend dan kan er een programmatische tender worden uitgeschreven binnen de criteria van het standaard kader. Hierop kunnen meerdere organisaties inschrijven, niet alleen de organisatie waarvan het subsidiekader afloopt. Zodoende wordt concurrentie op kwaliteit bevorderd en worden alleen de kwalitatief beste programmavoorstellen gefinancierd.

Ik hoop u met deze toelichting op het standaard kader voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven