nr. 11
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, komt artikel 122a, eerste lid, als volgt te luiden:
1. Het College zorgverzekeringen verstrekt bijdragen aan zorgaanbieders
die inkomsten derven ten gevolge van het verlenen van medisch noodzakelijke
zorg aan:
a. vreemdelingen als bedoeld in artikel 8, onderdelen f of h, van
de Vreemdelingenwet 2000, voor zover het betreft vreemdelingen die in afwachting
zijn van een beslissing op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning
als bedoeld in artikel 14 van die wet, dan wel vreemdelingen die in afwachting
zijn van een beslissing op een bezwaarschrift of een beroepschrift naar aanleiding
van een beslissing als hiervoor bedoeld en deze procedure krachtens de Vreemdelingenwet
2000 of op grond van een rechterlijke beslissing in Nederland mogen afwachten,
en
b. vreemdelingen als bedoeld in artikel 10 van de Vreemdelingenwet
2000.
B
Na artikel I wordt een artikel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL Ia
1. Ten aanzien van rechten en verplichtingen die op grond van het
Reglement Financiële Bijdragen van de Stichting Koppeling te Amsterdam
zijn ontstaan voor de inwerkingtreding van deze wet, dan wel na dat tijdstip
zijn ontstaan terzake van de afwikkeling van het Reglement Financiële
Bijdragen van de Stichting Koppeling te Amsterdam, blijft het recht van toepassing
zoals dat gold voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze
wet.
2. Ten aanzien van bezwaar en beroep tegen een besluit dat op grond
van het Reglement Financiële Bijdragen van de Stichting Koppeling te
Amsterdam is genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet,
dan wel na dat tijdstip is genomen terzake van de afwikkeling van het Reglement
Financiële Bijdragen van de Stichting Koppeling te Amsterdam, is het
recht zoals dat gold voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van
deze wet van toepassing.
3. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet is het
College zorgverzekeringen de rechtsopvolger van Stichting Koppeling te Amsterdam
ten aanzien van rechten en verplichtingen als bedoeld in het eerste lid en
ten aanzien van bezwaar en beroep als bedoeld in het tweede lid.
Toelichting
Onderdeel A
Zoals in de memorie van toelichting aangegeven1
gaat het in dit wetsvoorstel om het verstrekken van bijdragen aan zorgaanbieders
die inkomsten derven ten gevolge van het verlenen van medisch noodzakelijke
zorg aan vreemdelingen die op grond van de bepalingen van de Koppelingswet
vanwege hun verblijfsstatus zijn uitgesloten van toegang tot de sociale zorgverzekeringen
en die de rekening van de zorgaanbieder niet kunnen betalen en bovendien onverzekerd
zijn tegen ziektekosten.
Het betreft de vreemdeling als bedoeld in artikel 10 van de Vw, dat wil
zeggen de illegaal verblijvende vreemdeling. Het betreft ook de vreemdeling
als bedoeld in artikel 8, onder f, Vw voor zover de vreemdeling in afwachting
is van een beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning,
bedoeld in artikel 14 Vw, terwijl bij of krachtens de Vw of op grond van een
rechterlijke beslissing uitzetting van de aanvrager achterwege dient te blijven
totdat op de aanvraag is beslist. Het betreft eveneens de vreemdeling die
een bezwaar- of beroepsprocedure – in vervolg op eerdergenoemde procedure –
in Nederland mag afwachten.
Daar is voor gekozen omdat zorgaanbieders ook thans voor deze groep een
beroep kunnen doen op een tegemoetkoming in de kosten. Bovendien is hierop
aangedrongen door het platform illegalen. De wettekst bleek hier bij nader
inzien niet volledig bij aan te sluiten. Deze onvolledigheid wordt hiermee
hersteld.
Onderdeel B
In het eerste en tweede lid wordt het overgangsrecht geregeld. Op de rechten
en verplichtingen die zijn ontstaan op grond van het Reglement Financiële
Bijdragen van de Stichting Koppeling te Amsterdam blijft het recht gelden
zoals dat luidde voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze
wet. Dit geldt ook ten aanzien van bezwaren en beroepen tegen besluiten die
zijn genomen op grond van het Reglement Financiële Bijdragen van de Stichting
Koppeling te Amsterdam.
Het derde lid bepaalt dat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) op
het moment dat de wet in werking treedt de rechtsopvolger wordt van Stichting
Koppeling te Amsterdam ten aanzien van rechten en verplichtingen die zijn
ontstaan op grond van het Reglement Financiële Bijdragen van de Stichting
Koppeling te Amsterdam voor de inwerkingtreding van deze wet. Dit geldt ook
ten aanzien van bezwaar- en beroepsprocedures die zijn ingesteld tegen besluiten
die zijn genomen op grond van het Reglement Financiële Bijdragen van
de Stichting Koppeling te Amsterdam. Voor deze rechtsopvolging bij inwerkingtreding
van de wet is gekozen omdat het administratief bestuurlijk eenduidiger is
wanneer één rechtspersoon de werkzaamheden betreffende de financiering
van oninbare vorderingen van medisch noodzakelijke zorg verleend aan illegalen, uitvoert. Dit geldt eveneens voor het afhandelen van bezwaar
of beroepsprocedures tegen besluiten die Stichting Koppeling genomen heeft
op basis van haar Reglement Financiële Bijdragen. Bij het niet regelen
van deze rechtsopvolging zou de Stichting Koppeling nog jarenlang met het
afhandelen van deze procedures kunnen zijn belast. De Stichting Koppeling
heeft de voorkeur uitgesproken de overdracht van verantwoordelijkheden en
afronding van de rest-dossiers na vaststelling van een laatste boekjaar te
laten plaatsvinden. In verband met de hiervoor genoemde redenen is er echter
voor gekozen de rechtsopvolging te regelen op het moment dat de wet in werking
treedt.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink