31 248
Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het ministerie van Justitie (Reparatiewet III Justitie)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 november 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel IV wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

Aan artikel 386, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Mededelingen en zendingen als bedoeld in artikel 371a, geschieden alleen dan indien artikel 12, vierde lid, op de desbetreffende curatele niet van toepassing is.

2. In artikel X wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Indien de wet van 24 mei 2007 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met herziening van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (Stb. 2007, 192) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 295, zesde lid, laatste volzin, «Artikel 21a» vervangen door: Artikel 22a.

3. Aan artikel XVI worden twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

D

Artikel 73, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De komma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door een punt.

2. In het slot van het tweede lid vervallen de woorden «tenzij, ingevolge artikel 2, vierde lid, het advies van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken wordt ingewonnen.»

E

Artikel 74 vervalt.

4. In artikel XXXII, onderdeel E, wordt «artikel 17d» vervangen door: artikel 17b.

5. Artikel XXXVIII komt te luiden als volgt:

ARTIKEL XXXVIII

Het Wetboek van Strafrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 23, achtste lid, wordt de zinsnede «of doelvermogen» vervangen door: , rederij of doelvermogen.

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het oog op verruiming van de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding van jeugdigen (gedragsbeïnvloeding jeugdigen) (Kamerstukken 30 332) tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, wordt in de artikelen 77l, vijfde lid, 77p, vierde lid, en 77dd, derde lid, «meerderjarig is» telkens vervangen door «de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt» en «ook in geval van meerderjarigheid» door: ook in het geval hij de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt.

C

Indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het oog op verruiming van de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding van jeugdigen (gedragsbeïnvloeding jeugdigen) (Kamerstukken 30 332) tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, komt artikel 77w, eerste lid, onderdeel a, te luiden:

a.  de ernst van het begane misdrijf of de veelvuldigheid van de begane misdrijven of voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf hiertoe aanleiding geven, en.

6. Na artikel XLII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XLIIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het oog op verruiming van de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding van jeugdigen (gedragsbeïnvloeding jeugdigen) (Kamerstukken 30 332) tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, wordt artikel V van die wet als volgt gewijzigd:

A

In de onderdelen A, B, C en D wordt na «Artikel 77g, tweede en derde lid,», «artikel 77g, tweede en derde lid,», «De artikelen 77w, 77wa en 77wb», «artikel 77l, vijfde lid,», «artikel 77p, vierde lid,», «Artikel 77ff, derde lid,» telkens ingevoegd: van het Wetboek van Strafrecht.

B

In onderdeel A wordt «feiten ten aanzien waarvan de vervolging is aangevangen» en «feiten ten aanzien waarvan vervolging is aangevangen» vervangen door: feiten begaan.

C

In onderdeel B wordt «feiten ten aanzien van de vervolging is aangevangen» vervangen door: feiten begaan.

7. Na artikel XLIII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XLIIIa

Artikel XVI, onderdeel A, is niet van toepassing op bezwaar gemaakt vóór 1 mei 2006 en waarop nog geen beslissing is genomen.

8. In artikel XLIV wordt voor de bestaande tekst de aanduiding «1.» geplaatst en wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2005 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het oog op verruiming van de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding van jeugdigen (gedragsbeïnvloeding jeugdigen) (Kamerstukken 30 332) tot wet is verheven en in werking is getreden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, werkt artikel XLIIa, onderdelen B en C, terug tot en met het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

Toelichting

1. Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Sinds de wet van 23 november 2006 (Stb. 2006, 589), in werking getreden met ingang van 1 mei 2007, geldt, voor zover het betreft het toezicht van de kantonrechter op het curatelebewind, als hoofdregel dat de onder curatele gestelde niet woonplaats bij zijn curator heeft. Het in artikel 1:371a BW aan de griffier gegeven voorschrift houdt, voor zover de bepaling (door artikel 1:386, eerste lid, BW) bij curatele van overeenkomstige toepassing is, met die situatie nog geen rekening. Dit geschiedt alsnog.

2. Faillissementswet

Deze wijziging betreft het herstel van een foutieve verwijzing naar een inmiddels vernummerd artikel.

3. Vreemdelingenwet 2000

In aansluiting op het vervallen van artikel 2, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 kunnen de verwijzingen naar de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken eveneens vervallen in artikel 73, tweede lid, aan het slot en artikel 74 van de Vreemdelingenwet 2000.

4. Wet op de naburige rechten

Deze wijziging betreft het herstel van een foutieve verwijzing.

5. Wetboek van Strafrecht

Aan artikel XXXVIII worden enkele wijzigingen toegevoegd. De nu in onderdeel A vervatte wijziging was reeds in het wetsvoorstel opgenomen; nieuw zijn de onderdelen B en C. Deze nieuwe onderdelen brengen enkele redactionele wijzigingen aan in bepalingen van het Wetboek van Strafrecht zoals deze komen te luiden ingevolge het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen (Kamerstukken I 2006/07, 30 332, A). Onderdeel B strekt ertoe in de genoemde bepalingen voorkomende verwijzingen naar de «meerderjarigheid», te vervangen door een verwijzing naar het moment waarop de jeugdige de leeftijd van achttien jaar bereikt. Hiermee worden de bepalingen meer in overeenstemming gebracht met de overige bepalingen van het jeugdstrafrecht, waar pleegt te worden uitgegaan van het moment waarop een bepaalde leeftijd wordt bereikt. Onderdeel C bevat een wijziging van artikel 77w, eerste lid, onderdeel a, die van louter taalkundige aard is.

6. Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het oog op verruiming van de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding van jeugdigen (gedragsbeïnvloeding jeugdigen)

Hier wordt een omissie hersteld in de bepaling inzake het overgangsrecht bij het eerdergenoemde voorstel van wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen. Door in plaats van een verwijzing naar het moment waarop de vervolging werd aangevangen, aansluiting te zoeken bij het moment waarop een strafbaar feit werd begaan, wordt de betreffende bepaling van overgangsrecht in lijn gebracht met artikel 7, eerste lid, tweede volzin, van het EVRM.

7. Eerbiedigend overgangsrecht

De voorgestelde regel van eerbiedigend overgangsrecht stelt zeker dat de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken bevoegd blijft te adviseren in zaken waarin door de vreemdeling bezwaar is gemaakt vóór 1 mei 2006 en waarop nog niet is beslist. Op die wijze wordt gewaarborgd dat er geen verslechtering in rechtsbescherming optreedt.

8. Inwerkingtredingsbepaling

De hier voorgestelde aanvulling van de inwerkingtredingsbepaling houdt verband met de in onderdeel 6 van deze nota van wijziging toegevoegde wijziging van het overgangsrecht bij de wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen. Voor het geval die wet eerder in werking treedt dan de Reparatiewet III Justitie, wordt een zodanige voorziening getroffen dat het gewijzigde overgangsrecht reeds van aanvang af kan worden toegepast. Hiertoe wordt voorzien in terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van inwerkingtreding van de wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen. Aangezien deze terugwerkende kracht een begunstigend karakter heeft, ontmoet dit geen bezwaar.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven