31 240
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de bevoegdheid van deurwaarders om informatie op te vragen en elektronisch te betekenen in geval van derdenbeslag

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 7 december 2007

De vaste commissie voor Justitie,1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Inhoud

1. Algemeen 1

2. Financiële gevolgen en administratieve lasten 2

3. Artikelen, Artikel I, onderdelen A, B en D (elektronisch 2 betekenen van derdenbeslag)

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. De maatschappij kan niet dulden dat een uitspraak van de rechter onuitgevoerd blijft. De wet bepaalt daarom dat en hoe vonnissen ten uitvoer worden gelegd, indien daar niet vrijwillig aan wordt voldaan. Het is een van de taken van de wetgever om ervoor te zorgen dat dit effectief kan gebeuren. Met het huidige instrumentarium kan de gerechtsdeurwaarder uitkeringen wel, maar salarissen niet zo eenvoudig traceren.

Genoemde leden constateren dat het wetsvoorstel is ingegeven vanuit de doelmatigheid van de executie van vonnissen, en breder gezien om alle executoriale titels te bevorderen. Daarnaast constateren deze leden dat dit wetsvoorstel de administratieve lasten voor gerechtsdeurwaarders aanzienlijk vermindert.

Deze leden hebben nog enkele vragen die verband houden met een zorgvuldige uitvoering van dit wetsvoorstel.

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven het belang van een efficiënte en effectieve betekening door gerechtsdeurwaarders. Zij delen de mening van de regering dat de voorgestelde informatiebevoegdheid van gerechtsdeurwaarders, en de mogelijkheid van elektronisch betekenen in geval van derdenbeslag (ook conservatoir beslag), hieraan een bijdrage kunnen leveren.

Het onderhavige wetsvoorstel maakt het mogelijk dat een exploot voor derdenbeslaglegging op elektronische wijze wordt betekend. Daarnaast opent het de mogelijkheid voor deurwaarders om in voorkomende gevallen informatie te verkrijgen van een door de minister van Justitie aan te wijzen bestuursorgaan (het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), omtrent personen en instanties die aan een schuldenaar periodieke betalingen (lonen, uitkeringen) verrichten. Met de regering, Actal, het UWV en de Koninklijke Beroepsorganisatie Gerechtsdeurwaarders (KBvG) zijn deze leden positief gestemd over de te verwachten verbeteringen en voordelen zoals de kostenbesparing (voor gerechtsdeurwaarders maar ook schuldenaar), administratieve lastenverlichting (voor gerechtsdeurwaarders en bedrijfsleven), efficiëntere communicatie over en snellere verwerking van derdenbeslag.

De leden van de VVD-fractie hebben ten aanzien van de wijzigingen nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hebben hierover nog enige opmerkingen en vragen.

2. Financiële gevolgen en administratieve lasten

De leden van de CDA-fractie zijn onder de indruk van de administratieve lastenvermindering die behaald kan worden door de deurwaarder de bevoegdheid te geven, waardoor zij informatie op kunnen vragen bij het UWV in het geval van derdenbeslag. Deze leden vragen of de administratieve lastenbesparing wel reëel zijn geschat. Op basis waarvan zijn de kosten van € 50–€ 70, voor het inschakelen van een handelsinformatiebureau, berekend? Deze leden ontvangen berichten dat een verhaalsrapport op een in Nederland woonachtige natuurlijke persoon tussen de € 22,50 en € 30 kost. Is het waar dat bovenop het schattingsbedrag van € 2,50 dat het UWV gaat vragen, nog de kosten die de deurwaarder maakt om de bevraging te realiseren moeten worden opgeteld? Hoe hoog bedraagt de administratieve lastenvermindering inclusief deze correctie? Is het waar dat de kosten voor het inschakelen van een handelsinformatiebureau niet door de schuldenaar, maar door de schuldeiser worden gedragen, waardoor dit traject geen lastenvermindering voor de schuldeiser (het bedrijfsleven) oplevert.

De leden van de SP-fractie verwelkomen, wat betreft de voorgestelde wijziging van de informatiebevoegdheid van gerechtsdeurwaarders, de verbetering van doelmatigheid, alsmede het verlagen van de kosten bij beslaglegging.

3. Artikelen

Artikel I, onderdelen A, B en D (elektronisch betekenen van derdenbeslag)

De leden van de CDA-fractie vinden de mogelijkheid van elektronische betekening in geval van derdenbeslag een belangrijke verbetering. Hierdoor kan sneller worden gecommuniceerd en wordt de kostprijs van het beslagexploot aanmerkelijk verlaagd. De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de keuze om niet te voorzien in een verplichting om een elektronisch adres beschikbaar te stellen. Het is belangrijk dat burgers en ondernemingen zelf de vrijheid hebben om te kiezen voor het hebben van een elektronisch adres voor derdenbeslagen. Op welke wijze bevordert de regering dat burgers en ondernemingen toch kiezen voor de opgave van een elektronisch adres? Per slot van rekening worden de kosten van beslaglegging doorberekend, hierdoor kan ook de derde zelf baat hebben bij het kiezen voor de meest efficiënte wijze van beslag leggen. Ligt het niet voor de hand dat daarom in plaats van een «nee, mits» benadering, uit wordt gegaan van een «nee, tenzij» benadering. Men zou gebruik kunnen maken van de opgaven van de e-mailadressen bij de Belastingdienst, er vindt al opgave plaats waardoor de Belastingdienst reeds over veel informatie beschikt. Vervolgens hoeft alleen aan betrokkenen gevraagd te worden of zij bezwaar hebben tegen ontvangst van een elektronisch afschrift van het exploot, deze leden ontvangen graag een reactie van de regering hierover.

De leden van de CDA-fractie merken op dat artikel 45 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) blijkens het wetsvoorstel een zuiver generieke bepaling lijkt te worden op het stuk van het elektronisch exploot. Dit artikel kondigt namelijk aan dat elders in de wet bepaald wordt dat een zeker exploot elektronisch kan worden betekend. De wetgever wil nu het exploot van derdenbeslag vooralsnog als het enig elektronisch exploot. Is het voorzienbaar dat, indien het elektronisch beslag onder derden een succes blijkt te zijn, de stap kan worden gezet naar een ander elektronisch exploot? Bijvoorbeeld een elektronische dagvaarding aan justitiabelen die daarmee hebben ingestemd.

De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie dat wanneer een derde besluit om de mogelijkheid te bieden aan hem elektronisch te betekenen, hij geacht wordt dat te melden bij de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) of de Belastingdienst. Genoemde leden vragen hoe het woordje «of» geïnterpreteerd moet worden. Is het de bedoeling dat de regering nog een keuze maakt tussen beide loketten, of kan men bij beide loketten terecht?

Voorts lezen de leden van de CDA-fractie dat bij Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) regels zullen worden gegeven aangaande de registratie van de elektronische adressen. In reactie op de opmerking van de Raad van State hieromtrent dat ook moet worden voorzien in regels met betrekking tot de wijziging van gegevens en de afmelding voor elektronische ontvangst, antwoordt de regering dat zulks in de AmvB verwerkt zal worden. Echter, het register biedt daarmee nog steeds geen garantie voor de juistheid van de opgegeven adressen. Hoe denkt de regering hiermee om te gaan?

In het verlengde daarvan vragen genoemde leden welk adres de derde moet opgeven. Is dat het algemene e-mailadres van het bedrijf waar de schuldenaar werkt («info@....nl»), of het hoofd van de personeelsafdeling, of het hoofd van de juridische afdeling, of de baas? Genoemde leden menen dat het moeilijk is extern te bepalen welk intern adres het meest geschikt is. Zou niet bepaald moeten worden dat het adres exclusief beschikbaar moet worden gehouden voor elektronische beslagen?

Deze leden menen dat als het beslag tegen geringere kosten kan worden gelegd, de schuldenaar voor een geringer bedrag behoort te worden belast. Is de regering voornemens om het schuldenaarstarief voor ambtshandelingen, zoals dat is vastgelegd in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag), te verlagen?

Met betrekking tot artikel 475 Rv vragen de leden van de CDA-fractie of dit tekstvoorstel niet een openingszin als «dit beslagexploot kan ook elektronisch worden gedaan» mist? Deze leden menen dat eerst bepaald moet worden dat het beslagexploot ook elektronisch kan worden betekend, dan de wijze waarop dat zou moeten worden ingevuld. Het derde lid beschrijft nu slechts de werkwijze. Hierover ontvangen deze leden graag een reactie.

De leden van de VVD-fractie hebben ten aanzien van de noodzakelijke aanvullende bepaling voor het realiseren van de elektronische betekening een vraag over de registratie van elektronische adressen. In de memorie van toelichting geeft de regering aan dat het noodzakelijk is dat het elektronisch adres is vastgelegd, wil men van de mogelijkheid van elektronisch betekenen (en ontvangen van een elektronisch beslagexploot) gebruik kunnen maken. Hiertoe kan een derde (rechtspersonen en natuurlijk personen) het betreffende elektronisch adres opgeven bij een door de minister van Justitie aan te wijzen organisatie. Hierbij wordt gedacht aan de KBvG of de Belastingdienst. Kan de regering nader toelichten welke argumenten er voor beide opties worden afgewogen en op welke termijn de regering voornemens is hier een beslissing over te nemen? Zullen er door de genoemde organisatie vervolgens kosten in rekening worden gebracht voor het opnemen van de elektronische adressen? In de memorie van toelichting staat dat in een AMvB nadere regels gesteld worden aangaande de registratie, zullen hierin ook de organisatie, de kosten en andere aspecten worden opgenomen. Graag hierop een nadere toelichting.

De leden van de VVD-fractie willen de regering eveneens vragen toelichting te geven op de AMvB waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid. Zij vragen met name nader inzicht in de mogelijkheden en gevolgen (extra kosten en administratieve lasten) van encryptie en ontvangstbevestigingen.

Uit het oogpunt van privacybescherming stellen de leden van de VVD-fractie de vraag of de gerechtsdeurwaarders, en de bij hen werkzame personen, in het kader van uitvoering van deze wet, nog zouden moeten worden gescreend? Betekent het niet voldoen aan de voorschriften van deze wet dat gerechtsdeurwaarders hun beroep niet meer kunnen uitoefenen of geen beroep meer kunnen doen op de faciliteiten die deze wet biedt? Graag een toelichting op deze punten van de regering.

De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de bepalingen uit boek drie van het Burgerlijk Wetboek (BW) inzake de elektronische handtekening ook in de in het onderhavige wetsvoorstel kunnen worden toegepast. Is de regering het met de aan het woord zijnde leden eens dat de elektronische handtekening voorwaarde zou moeten zijn voor het gebruik van elektronische betekening? Zo neen, waarom niet? Kan de regering inzichtelijk maken hoeveel gerechtsdeurwaarders en andere actoren die een rol spelen bij het betekenen van het derdenbeslag, al gebruik maken van de elektronische handtekening?

De leden van de VVD-fractie willen graag ook nog een korte toelichting van de regering krijgen op het verschil tussen de «elektronische» en de «digitale» handtekening (blz. 5 memorie van toelichting).

Met betrekking tot de bevoegdheid gegevens op te vragen bij het UWV over de werkgever van de schuldenaar willen de leden van de leden van de VVD-fractie de regering vragen wie en met welk doel er momenteel al gebruik maken van het (elektronisch) navragen van bestaande uitkeringsverhoudingen?

Voorts vragen deze leden of de regering in de nabije toekomst nadere gebruiksmogelijkheden voorziet, eventueel door andere organisaties, voor het gebruik van zowel het elektronisch betekenen als de informatiebevoegdheid?

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat er een goede waarborg moet komen om het ongeoorloofd gebruik van verkregen gegevens uit te sluiten. De dubbele positie van gerechtsdeurwaarders, zowel een ambtelijke- als een niet ambtelijke taak, brengen het gevaar mee van onbevoegd gebruik van verkregen gegevens. Waarom is de suggestie van het UWV, om bij aanvragen te eisen dat een vonnisnummer wordt meegezonden ter verificatie van rechtmatigheid van de aanvraag, niet overgenomen? Hoe kan worden gegarandeerd dat de verkregen gegevens alleen voor het doel worden gebruikt waarvoor ze zijn verstrekt?

Met het invoeren van de mogelijkheid van elektronische betekening van derdenbeslag kan door deze leden worden ingestemd. Zij merken daarbij op dat wel moet worden voorzien in een afdoende garantie voor betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid. Schuldenaars mogen niet de dupe worden van falende automatisering. Is het te gebruiken elektronisch systeem voldoende getest om een ongestoord gebruikt per datum invoering te kunnen garanderen, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Artikel I, onder C (opvragen gegevens werkgever schuldenaar bij UWV)

De leden van de CDA-fractie vragen of niet het gevaar bestaat dat misbruik wordt gemaakt van de nieuwe regeling. Hoe beoordeelt de regering dit risico, en hoe denkt zij daarmee om te gaan? In dit kader vragen deze leden of de regering kan bevestigen dat geen gegevens kunnen worden opgevraagd voordat een vordering ook daadwerkelijk is toegewezen? In het zogenaamde RINIS-systeem zou een code voor een vonnisnummer kunnen worden toegevoegd waarmee alleen gegevens opgevraagd kunnen worden als gerechtsdeurwaarders een nummer van een vonnis voor de beslaglegging kunnen geven, graag een reactie hierop.

De aan het woord zijnde leden hebben ook behoefte aan een nadere toelichting op de wijze waarop de controle plaatsvindt op de gegevensverstrekking aan de gerechtsdeurwaarders. Deelt de regering de opvatting van deze leden dat een deugdelijke controle alleen kan plaatsvinden als het UWV ook de loggegevens, van de opgevraagde gegevens aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd in welke fase van een bepaalde zaak de gegevens zijn opgevraagd (dus voor- of nadat de vordering rechterlijk werd toegewezen), ter beschikking stelt? Is het waar dat de huisaccountant van de gerechtsdeurwaarder moet controleren of de informatie op deugdelijke wijze is achterhaald? Hoe is de onafhankelijkheid dan gewaarborgd?

Deze leden constateren dat ook door het College Bescherming Persoonsgegevens controle kan plaatsvinden, hiertoe moet een klacht door de betrokkene zelf worden ingediend. Deze leden vragen hoe de betrokkene kan weten dat hij een klacht zou moeten indienen, indien de gegevens worden opgevraagd in een fase waarbij het nog niet is geoorloofd dat er gegevens bij het UWV zijn opgevraagd? Verdient het overweging om als één van de waarborgen in te bouwen dat de schuldenaar bij iedere bevraging daarvan in kennis wordt gesteld? Dat zou onder andere kunnen door een melding in «mijn gegevens» van de schuldenaars DigiD te plaatsen met daarin de gegevens van de deurwaarder die opvraag heeft gedaan. Via zijn DigiD kan de schuldenaar een e-mail of sms ontvangen waarin aangegeven wordt dat er een belangrijke melding in «mijn gegevens» is achtergelaten. De leden van de CDA-fractie ontvangen hierover graag een reactie.

De voorzitter van de commissie,

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie,

Elagab


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van der Staaij (SGP), Kamp (VVD), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Velzen (SP), Azough (GL), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Verdonk (Verdonk), Kalma (PvdA), De Roon (PVV), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Sterk (CDA), Langkamp (SP), Van der Vlies (SGP), Weekers (VVD), Smeets (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Jager (CDA), Jonker (CDA), Roemer (SP), De Vries (CDA), Abel (SP), Halsema (GL), Dezentjé Hamming (VVD), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Fritsma (PVV), Koşer Kaya (D66), Gill’ard (PvdA), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Bouchibti (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Slob (CU).

Naar boven