31 239
Stimulering duurzame energieproductie

nr. 48
MOTIE VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPMAN C.S.

Voorgesteld 5 maart 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat een groot aantal vergisters in de problemen is geraakt doordat restproducten na vergisting (de digistaat) als afvalstof worden aanmerkt door de AID, en dat de problemen terug zijn te voeren op de onduidelijkheid over de interpretatie van de positieflijst van organische materialen;

constaterende, dat de regering in de brief van 20 februari 2009 laat weten, positief te staan tegenover de uitbreiding van toegelaten biomassastromen voor energieopwekking met onder meer vloeibare reststromen en reststromen uit de voedings- en genotmiddelenindustrie (VGI);

van mening, dat ook GFT-afval en reststromen uit de agro-industrie een belangrijke bron van vergisting vormen;

van mening, dat co-vergisting een belangrijke bijdrage aan de groene stroomproductie levert en daarmee aansluit bij de afspraken zoals gemaakt in het convenant Schoon en Zuinig en dat de onduidelijkheid over de definitie van reststoffen niet mag leiden tot het stilvallen van biogasinstallaties;

verzoekt de regering in overleg met het bedrijfsleven op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid te geven over de uitbreiding van de witte lijst en de te gebruiken reststromen en hiermee te voorkomen dat vergisters vanwege deze problematiek stil komen te liggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Ten Hoopen

Samsom

Jansen

Van der Vlies

Zijlstra

Naar boven