31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 373 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Ontvangen ter Griffie op 18 april 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 16 mei 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 17 mei 2023.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2023

Hierbij bied ik u aan het Besluit van 30 maart 2023, houdende wijziging van het Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten, het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1020 van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten. Voor de inhoud van het Besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure (artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer). Op grond van artikel 11, eerste lid, van de Bekendmakingswet kan, indien bij of krachtens de wet is bepaald dat na de bekendmaking van een algemene maatregel van bestuur een bepaalde periode dient te verstrijken alvorens de algemene maatregel van bestuur in werking kan treden, in afwijking daarvan een eerder tijdstip van inwerkingtreding worden vastgesteld, indien de algemene maatregel van bestuur uitsluitend strekt tot uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie. Met toepassing van deze bepaling treedt het Besluit in werking op het tijdstip waarop de Wet uitvoering markttoezichtverordening in werking treedt.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven